Witte van Haemstede. Stoke vertelt over de ontsnapping van Witte per schip uit
Zierikzee met een klein aantal soldaten, over de tocht naar en aankomst te
Zandvoort en over zijn aanwezigheid in de omgeving van Haarlem. In april 1304
vaart Witte weg uit Zierikzee en na zich binnen de poorten van Haarlem gemeld
te hebben, volgen de acties zich in een hoog tempo op. Na zijn aankomst laat hij
het vaandel van Haemstede met daarop de rode leeuw, symbool van het
Hollandse gravenhuis, plaatsen op het hoogste duin in de omgeving. In Haarlem
informeert Witte zich over de situatie in de andere bezette steden van het graaf
schap Holland. Hij zendt brieven naar al deze steden, waarin hij hen over zijn
hem door jonkheer Willem persoonlijk opgedragen missie bericht en hij spoort
de poorters aan zich tegen de Vlamingen te verzetten. De steden gaan vrijwel
onmiddellijk tot de aanval over. Delft verdrijft na Haarlem de Vlaamse vijand als
eerste en spoedig volgen Dordrecht en IJsselmonde dit voorbeeld. In Schiedam
helpen zelfs vrouwen voorop in de strijd. Heer Nicolaas van Putten onderneemt
een tocht vanuit het bezette Middelburg naar Waalwijk. Bovendien worden in de
bronnen Leiden, Gouda en Delfland als opstandige steden genoemd. Graaf
Gwijde moet zich ijlings terugtrekken naar Zierikzee om niet de pas te worden
afgesneden. Jan van Renesse blijft achter in Utrecht.
De naam van 'Manpad' wordt door Stoke niet vermeld. De authenticiteit van cle
'slag aan het Manpad' is door Hugenholtz op overtuigende wijze weerlegd. De
slag blijkt een vijftiende-eeuws verzinsel van een kroniekschrijver te zijn.
Overigens wordt de rol van Witte door Hugenholtz nog verder gedevalueerd,
omdat volgens hem de opstand van de Hollandse steden al vóór de komst van
Witte te Haarlem in gang is gezet. De actie van Witte is slechts een bevestiging
van de ontwikkelingen. Jonkheer Willem zou nooit de bastaardzoon van Floris V
onnodig in gevaar brengen door hem een dergelijke missie te laten ondernemen,
aldus Hugenholtz. Door de Belgische historicus J. Sabbe wordt de plaats van de
slag bij 'Hellegem' gesitueerd. Sabbe baseert zich op een lezing uit cle Chronica
de Hollant, waarbij Witte de Vlamingen met hulp van Kennemers en Friezen
weet te verslaan. Het plaatsje Hellegem zou m.i. het tegenwoordige Hillegom
kunnen zijn, gelegen enige kilometers onder Heemstede. Vreemd genoeg is dit
de enige bron waarin ik de vermelding van 'Hellegem' heb kunnen achterhalen
en behalve bij Sabbe wordt er in de literatuur niet over gesproken. De vermeen
de 'slag aan het Manpad' wordt door velen bij Heemstede gelokaliseerd en hier
bevindt zich het gedenkteken voor de gebeurtenissen in 1304.
Witte van Haemstede door de eeuwen heen
Het verhaal over Witte van Haemstede dat gedurende de afgelopen 600 jaar vrij
wel constant verteld wordt, is de legende over zijn heldhaftige optreden in de
slag aan het Manpad. Pas in de vorige eeuw is er met een zeer kritische blik
gekeken naar de feitelijke gegevens over deze slag in de bronnen. Het resultaat
van deze bronnenspeurtocht is dat men heel wat sceptischer geworden is over
de rol van Witte van Haemstede. Zo beweert de historicus Flugenholtz op basis
van uitvoerig bronnenonderzoek dat de slag aan het Manpad een verzinsel is uit
het eind van de vijftiende eeuw. Hij voert de herkomst van het verhaal terug op
het Oude Goudse Kroniekje (gedrukt in 1478; door Hugenholtz rond 1440 geda
teerd). Verbij-Schillings verzet zich in haar proefschrift over de heraut Beyeren
tegen deze veronderstelling. 'Haar' heraut schrijft al in het begin van de vijftiende
eeuw over het Manpad en is daarmee een aanzienlijk vroegere bron. Witte wordt
11