itfxxU;1 j 1/.U-
Ui f -7iX**tArLeAXtX>f A(AO CAJZ-
rlJU-7a,Ayc XriX*^ c/x /tronxzA
Q^JlCZ. gjl7 <d&C C/xxa^A faO
Jomxaxa^U/OXLZ&A e*x^
Het. handschrift van Adriaan.
taalkundige, historische en dialectologische opvattingen. Al de dialecten in
Zeeland hebben naar klank en uitspraak, woordgebruik en zinsbouw zoveel met
elkaar gemeen, dat we ze met een gerust hart 'Zeeuws' mogen noemen zonder
de beperkende betekenis van een geografische bepaling.
De bewering van mevrouw Mol dat taalkundige scholing niet noodzakelijk is bij
een onderzoek naar de rol van het dialect in het sociale leven in een bepaalde
plaats wordt volledig van de hand gewezen. Ook de stelling dat het dialect niet
past in het godsdienstig en kerkelijk leven roept de nodige vragen op. Mevrouw
Mol trekt op grond van haar informaties de conclusie dat men vanwege het hei
ligheidsaspect alleen het Hollands passend acht. In verband hiermee zou de
ambtelijke taal van de kerkenraad Nederlands of een mengsel van Zeeuws en
Nederlands zijn, "omdat dat niet zo plat klinkt". Ook deze conclusie van
mevrouw Mol wordt naar het land der fabeltjes verwezen. In zijn commentaar
stelt Adriaan verder dat de onderzoekster zich te veel als Hollander heeft gepre
senteerd, hetgeen een verklaring kan zijn voor haar verzuchting dat zij geen toe
gang heeft gekregen tot de privacy van het gezin, de spreekkamer van de dokter
en het kantoor van de notaris.
Voor het verschijnen van de tiende editie van het jaarboek gaf Adriaan tijdens de
commissievergadering van 21 februari 1985 te kennen met het redactiewerkzaam
heden te willen stoppen. Hij wilde zich volledig gaan wijden aan het regioboek.
Bij de presentatie van de tiende editie van de Kroniek op 22 november 1985,
werd onder dank afscheid van Adriaan genomen. Hij ontving samen met de oud
voorzitter van de redactiecommissie, mevrouw J.C. Reitsma-d'Ancona het eerste
exemplaar en een ingelijste kaart van geheel Schouwen-Duiveland, een verklein-
140