Eind augustus: vier Engelse oorlogsschepen hadden onder het commando van
Richard Nicholls triomfantelijk de Nederlanders tot overgave van Nieuw Amster
dam gedwongen, zij het dat dit als een anti-climax eindigde.
Nicholls stuurde onder het commando van kolonel Richard Carr nog twee sche
pen en enkele soldaten om ook cle overgave van Fort Casimir en de omliggende
regio Nieuw-Amstel veilig te stellen. De overtroefde Nederlanders realiseerden
zich dat elk vertoon van verzet een vorm van zelfmoord zou betekenen en wei
gerden hun stukken land te verlaten om zich bij de rebellie aan te sluiten. In
plaats daarvan hoopten ze dat de Artikelen van Overgave hen, zoals men
beweerde, religieuze vrijheid, behoud van bezit en eigen taal zouden garande
ren. Maar zo redeneerde niet iedereen: Alexander D'Elinoyossa, de flamboyante
maar onbetrouwbare leider van de kolonie aan de rivier de Delaware (de
Zuidrivier), probeerde net als de nukkige Peter Stuyvesant in Nieuw-Amsterdam,
de kolonisten te stimuleren voor een laatste daad van verzet, maar zonder resultaat.
D'Hinoyossa trok met enig gepeupel naar Fort Casimir, vanaf het huidige
Wilmington gezien in stroomafwaartse richting, om daar een vooral ceremoniële
vorm van tegenstand te bieden; het was meer een ijdele poging ten behoeve van
zijn eigen biografie dan een daad van vaderlandsliefde.
Carr voelde niets voor onderhandelingen met een zootje verdorven strijders en
eiste hun overgave, omdat ze anders tot de "totale gehoorzaamheid" gedwongen
zouden worden. De Nederlanders verweerden zich aarzelend. Carr gaf het fort
zodoende tot tweemaal toe de volle laag en liet het vervolgens bestormen.
Hierbij werden drie verzetsstrijders
gedood en raakten er tien gewond.
De Engelsen plunderden Fort
Casimir en namen de overigen
gevangen.
De Zuidrivier, nu Delaware Bay, op een oude kaart
van de Nieuwe Wereld uit 1665. Stroomopwaarts
zijn verschillende kleine forten zichtbaar.
Carr, razend over de lompheid van
de verzetsstrijders, was niet in de
stemming voor een waardige over
gave van de omliggende nederzet
tingen. In een hooghartige en nijdi
ge bui plunderde hij deze, hoewel
ze geen enkele weerstand boden.
Hij pikte hun bezittingen, de oog
sten en zo'n 200 schapen, paarden
en koeien in, vernielde een brou
werij en een zaagmolen en, zo
wordt beweerd, verkocht de overle
venden en hun slaven in Virginia
als slaaf. Het merendeel van de
achterblijvers zwoer trouw aan de
Engelse troon. Het was een kwestie
van ofwel trouw zweren, of anders
de consequenties aanvaarden.
Nieuw-Amstel werd zo New Castle.
Carr voer vervolgens 80 mijl zuid
waarts naar het armzalige Fort
Sekonnesinck. Dit werd zonder ver-
22