waarde zo wijze en heilzame adviesen niet mogen worden verstoken. Zijn zoon
mr. Jacob Sebastiaan van Cleeff werd later baljuw van Oosterland en schout van
Sirjansland. Ds. Van Cleeff overleed op 22 september 1787.
Legaten
Bij herhaling heeft Susanna Maria Lonque haar testament gewijzigd en aangepast.
In 1745 liet ze bij notaris Charel Plevier een wijziging in haar testament vastleg
gen. Ze gaf daarin enkele nadere bepalingen over haar begrafenis zoals het
aanbrengen van een grafmonument in de kerk van Oosterland en over het te
bouwen gasthuis, waarover zo dadelijk uitvoeriger. Het vierde deel in de heerlijk
heid Bommenede liet ze na aan haar neef mr. Jacob van Citters. Diens echtgeno
te, Anna Sara Bouclaan, kreeg het kabinet in de eetzaal met al het porselein dat
zich in en op dit kabinet bevond alsmede twee identieke Japanse dozen.
De vriendin die Susanna Maria vaak gezelschap hield, de ongehuwde Cornelia
Pous (1697-1765), kreeg haar groene goudbeurs met alles wat zich daarin zou
bevinden. Hugo Zandijk, die haar zo trouw had bijgestaan in financiële zaken,
ontving 'een legaat van 600 gulden. Voorts maakte ze een nadere bepaling ten
aanzien van de te bouwen toren op de kerk in Oosterland. Tenslotte werd ook
het personeel bedacht. Werkmeid Adriaantje kreeg 200 gulden. Janna, haar derde
meid, en haar lijfknecht Jan kregen ieder 50 gulden.
Ook de kerken van Oosterland en van Sirjansland werden bedacht. Voor ieder
moest worden vervaardigd een grote en twee kleine schotels met twee bekers,
met daarop het wapen van Susanna Maria Lonque. ten behoeve van het Heilig
Avondmaal. Dit fraaie zilver werd in september 1753 geleverd door Christiaan
Rickert terwijl de wapens daarop werden aangebracht door Gerard Stertenbach.
De totale kosten bedroegen ruim 1000 gulden.
In 1750 liet ze een nieuw legaat vastleggen. Ze bepaalde dat de Armen van
Oosterland en van Sirjansland legaten kregen in de vorm van obligaties ten laste
van de Provincie Zeeland, die 2,5 rente per jaar opbrachten. Oosterland kreeg
voor 3000 gulden aan obligaties, Sirjansland 1800 gulden. Het legaat mocht nooit
worden vervreemd en met de rente zouden armen, zieken of gezinnen, die het
moeilijk hadden, ondersteund moeten worden. Bovendien zou de rente dienen
voor het onderhoud van het gasthuis.
Correspondentie met oom en neef Van Citters
Susanna Maria Lonque voelde zich in veel opzichten eenzaam. De verhouding
met haar zwager mr. Anthonie Ockersse was slecht. Het is tegen die achtergrond
dat ze steun zocht bij haar oom. mr. Caspar van Citters (1674-1734), gehuwd met
Magdalena Verheije, de zuster van haar moeder. Van Citters was onder meer
secretaris en pensionaris van Middelburg geweest voordat hij in 1711 secretaris
van de Staten van Zeeland werd. Evenals dat bij zijn schoonvader het geval was
geweest, volgde daarna zijn benoeming tot raadpensionaris. Hij was een briljant
man met een grote politieke invloed. Caspar van Citters zou de steun en toever
laat worden van zijn nicht Susanna Maria Lonque. Een rol. die later werd overge
nomen door zijn zoon mr. Jacob van Citters (1708-1792). Hij werd bewindhebber
van de West-Indische Compagnie en bekleedde maar liefst elfmaal het burge
meestersambt van Middelburg.
52