het toneel verdwenen. Heer Jan van Renesse heeft vanuit zijn thuisbasis
Schouwen zich een aanzienlijke positie onder de graaf verworven.' Maar heer
Wolfert van Borselen legt zich niet bij het leiderschap van Jan van Renesse neer.
Als machtig ambachtsheer kan Wolfert op de steun van een behoorlijk aantal
edelen rekenen.
Het is niet verwonderlijk dat er met de komst van de graaf een machtsstrijd in het
graafschap ontstaat. Opererend vanuit Veere probeert Van Borselen aan het gra
felijke hof de macht in handen te krijgen en als persoonlijke raadsman van de
graaf het politieke toneel te bepalen. Zijn grootste
tegenstander is Jan van Renesse, een bekwaam
legeraanvoerder en strateeg, die tevens aast op het
controleren van de staatsaangelegenheden.
Heer Wolfert slaagt erin de tweestrijd te winnen en
krijgt het volledige vertrouwen van de graaf. In het
voorjaar van 1297 besluit Jan I altijd de raad van
Wolfert van Borselen op te zullen volgen. De op de
achtergrond geraakte Jan van Renesse wordt door
hem tot baljuw in Zuid-Holland benoemd. In deze
functie krijgt Jan van Renesse de opdracht een
expeditie te leiden als onderhandelaar met de her
tog van Brabant in Bergen op Zoom. Wolfert speelt
het voor elkaar dat Jan van Renesse ervan wordt
beschuldigd een complot te smeden tegen graaf Jan
I met de intentie de graaf te willen uitleveren aan
Brabant en Vlaanderen. Als straf wordt Jan van
Renesse verbannen en hij meldt zich vol van wraak
gevoelens aan het hof van de vijand, bij Gwijde van
Dampierre, de graaf van Vlaanderen. Het kasteel
van Renesse op Schouwen, de voorloper van het
huidige slot Moermond, wordt belegerd en ver
woest door troepen van Wolfert van Borselen.
Heer Wolfert ontwikkelt zich tot een belangrijk man
aan het grafelijk hof met grote bestuurlijke kwalitei
ten. Twee jaar lang weet heer Wolfert een goede buitenlandse politiek te combi
neren met een strak economisch beleid op binnenlands gebied. Hij onderhoudt
nauwe contacten met de Franse koning en weet zich gesteund door zijn achter
ban aan het grafelijk hof. Het lot keert zich tegen hem, wanneer hij vanuit
Zierikzee steeds meer macht naar zich toetrekt en de burgers van het graafschap
Holland hem er openlijk van verdenken dat hij de Zeeuwse steden economisch
begunstigd heeft. Om deze redenen wordt heer Wolfert door een woedende
menigte op 1 augustus 1299 te Delft gelyncht. In de periode onder de heerschap
pij van Van Borselen heeft Witte van Holland, de bastaardzoon van graaf Floris V,
nog geen rol van betekenis kunnen spelen. Bij de interne twisten is hij, mede
gezien zijn jeugdige leeftijd, nog niet prominent aanwezig. 'Men woude doe, dat
joncheer Witte, ghinghe ligghen opt huus uan Pitte, te wachtene die jeghenoede. Hi
most doen, al dede bijt node'.'' Uit deze regels blijkt dat Witte tijdens het conflict
tussen de raadsheer van graaf Jan I en de stad Dordrecht een duidelijk bevel
krijgt van zijn meerdere, heer Wolfert van Borselen, en daarin met enige tegenzin
('node') berust. Bij de omsingeling van de stad Dordrecht vervult hij een rol op
De gra ven Floris V en Ja n I
op een houtsnede van Cornetlis
Anthonisz. uit de eerste helft
van de 16de eeuw.
6