Moet ik er den Inspecteur ook om aan? De H.B.S. te Utrecht krijgt geen subsidie, maar evenwel ligt toch de beslissing niet geheel in de hand van den gemeenteraad wel? Hoe zit dat. Gij moet echter weten, dat de Inspecteur mij toen ik hier solliciteerde N°.2 gezet had en ik. toen desondanks, terwijl de N°.l werd voorbijgegaan, ben gekozen. Stoort een Inspecteur zich ook aan zoo iets? Gij moet wéten: het is diezelfde Inspecteur: WBJ van Eijk. Kan ik daar om heen? En zal mij die geen standje maken als ik bij hem kom en als hij dan vraagt: Wel, meneer heb u al weer genoeg van Zierikzee? Licht mij omtrent al deze Res huma- nae een weinig in. Want ik begrijp niet alles van de roerselen der menschenzielen. Quod bonum fanotum, felix fortunaumque sit3S. tt Zierikzee Dubois Antizelandus Tekende hij een brief van januari 1892 nog met Zelandus, het pseudoniem van de Vlissingse dichter Jacobus Bellamy (1757 - 1786), nu een drietal maanden later is het Antizelandus en dat zal het blijven. Op 7 april daaraan volgend meldt hij zijn vriend dat hij daadwerkelijk gaat solliciteren. Hij heeft op zondag 3 april per brief ook raad gevraagd aan N. Beets en die heeft hem op diezelfde 7e april geschreven: 'Mijn indruk is dat gij het heden bij de slippen moet vatten en deze kans niet moet verspelen. Ook gun ik u het milieu, dat gij begeert en uwer waar dig is.' Op grond van deze uitspraak voelt Van den Bosch zich tegenover 'Zierikzee' verantwoord om nu al weg te gaan. Hij stelt zijn vriend een zevental concrete vragen hoe te handelen. Op 7 mei brengt hij uitvoerig verslag uit over de brieven die hij geschreven heeft om steunbetuigingen (onder andere aan Molteer, Beets, Verdam en Ten Brink) en over de bezoeken die hij in Utrecht afgelegd heeft om zijn zaak te bepleiten. Hij maakt zich geweldig kwaad over Moltzer die in feite weigerde iets voor hem te doen. Hijzelf had Moltzer geen steun willen vragen, maar Hettema had daar zeer op aangedrongen. Op 12 mei meldt hij een nieuwe kans als hij Hettema op de man af vraagt of die naar Amsterdam zal solliciteren. Hij doet het in ieder geval en gaat ook daar op bezoek (brief van 4 juni). In dezelfde tijd wordt hij benoemd tot lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. Eind mei, begin juni waagt hij nog een derde kans: hij solliciteert naar Dordrecht. Voor Dordt ben ik de man - indien Zierikzee (Directeur in den eersten plaats) mij daar niet tegenwerkt. En de Directeur is niet van plan om me dringend aan te bevelen. Functus. Maar zij zullen ondervinden dat ondergeteekende niet voor niets dertig jaar is geworden. Ik zal je vertellen wat ik thans gedaan heb, als het goed afloopt: Aan Zierikzee hangt het. De Heeren zijn ontevreden dat ik nu al weer wil opstappen. (10 juni 1892) In een brief van 22 juni moet hij een eerste teleurstelling melden al kan hij die meteen door een hoopvolle mededeling laten volgen. Utrecht is thans beslist. Gecombineerd is Duitsch-NederlandschIk. hoor dat het iemand uit Harlingen is. Van Gelderen? Dat zou een prachtige keus zijn. Die man het verstand van taal. Dan hadden ze beter gedaan met een duizend gulden voor 96

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2000 | | pagina 98