De oostgevel moest nog onder handen genomen worden onder andere een stuk
muurwerk aan de noordoostelijke contrefort. De oostzijde was evenals de andere
zijden geheel opgevoegd en waar nodig werd nieuwe steen aangebracht. Tot
zover het hoognodige gezien de beperkte geldmiddelen.
Bij een ruimere hoeveelheid geld zou alle baksteen in klein formaat door bak
steen in groter formaat vervangen moeten worden. De contreforten zouden ook
weer pinakels en de omloop van de helm van een balustrade voorzien moeten
worden. De helm zou dan tevens een grotere hoogte moeten krijgen, derhalve
een terugkeer naar de rijkere en ijlere spits uit de tijd toen het middenschip nog
bestond. Dit alles zou echter duizenden guldens moeten kosten.
Het venster en de ingang bleven om meerdere kosten te voorkomen dichtgemet
seld. Wel werden de zijposten van het blindvenster boven de dichtgemetselde
ingang hersteld en langs de ingang en naast het venster kwamen de witte blokjes
steen onder de pleisterlaag weer te voorschijn.
Niet duidelijk is waarom de "Voorloopige lijst" in 1922 spreekt over "een moder
ne ingang aan de Westzijde". Dit moet toch aan de oostzijde zijn. Het uitgangs
punt bij deze restauratie was immers slechts het behoud van het bouwwerk in
de bestaande toestand. Dit betekende geen herstel in een vormgeving die in het
verleden had bestaan!
Tenslotte nog een opmerking: het nieuwe metselwerk aan de westzijde was uit
gevoerd in horizontale voegen, teiwijl men rekening had moeten houden met de
helling van de toren naar het zuiden. Men had de voegen ook hellende moeten
houden, het gevolg van dit metselen in horizontale voegen was dat de waterlijst
ten noorden te laag, ten zuiden te hoog aansloot met de waterlijst welke aan de
noord- en zuidzijde aanwezig was. Deze fout door de uitvoerder was niet meer
te verhelpen, een kleine tekortkoming, die echter weinig in het gezicht viel. De
restauratie van de toren was op 15 september 1899 zo goed als afgelopen. In
1900 volgde nog de reparatie van de spits.'7
Overzichtsfoto van Ouwerkerk met toren in het begin van de 20e eeuw vanaf de landszijde gezien.
(Collectie Gemeenleacrhief Schouwen-Duiveland, Zierikzee.)
45