De 20e eeuw De hoofdonderwijzeres van de bewaarschool woonde in een huisje dat tegen de zuidwestelijke contrefort was aangebouwd. In 1901 werd toestemming gegeven dit contrefort tot 0.50 m. uit te houwen voor het maken van een kast in haar slaapkamer!18 Dit was toch een aantasting van het fundament van het bouwwerk. Het is onvoorstelbaar dat daarvoor indertijd toestemming was gegeven. In 1936 merkte Prof. ir. J.A.G. van der Steur op dat de toren iets naar het zuid westen helde, maar dat was van weinig betekenis. Hij zag dat met machinale steen van groot formaat was gerepareerd, niet fraai, maar vermoedelijk wel soli de, zo was hij van mening. Van der Steur zag ook dat de blindtraceringen in de nissen aan de noord- en zuidzijde in latere tijden waren hersteld. In datzelfde jaar waren de galmborden aan vernieuwing toe. Als voorbeeld zou gebruik gemakt worden van de exemplaren die in de kerk van Hindelopen waren aangebracht. Van deze borden was een lichtdruk gemaakt om te laten zien hoe deze eruit zagen. In 1941 werd weer gewezen op de slechte toestand van een der hoekberen van de toren. Hierdoor dreigde gevaar voor de omwonenden. Het ging om de noord westelijke steunbeer. Het herstel daarvan in 1897 bestond slechts uit een beklant- ping van dunne steen, welke nu geheel losgescheurd was. Hierdoor kon hij ieder moment neerstorten. De verwoeste toren van Ouwerkerk in 1945. Collectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Zierikzee.) Onze oude toren werd op 4 februari 1945 opgeblazen. Op de afbeelding zien wij het resultaat van de vernieling door de Duitsers: een restant van het portaal met de aanzet van een kruisgewelf en een stukje van de aangebouwde traptoren! I11 1947 werd het belang van de torens op Duiveland van zo overwegende bete kenis geacht dat door het Rijk besloten werd medewerking te verlenen aan 46

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2001 | | pagina 48