Vierkant van een gesloopte stolpboerderij in Noordholland. G. Berends, Historische houtconstructies in Nederland. van Hekker dat de stolp zonder invloed van buiten het eiland is ontstaan volgens mij niet terecht. De vergelijking tussen de stolpen is mogelijk door een studie over 'Vijf Noordhollandse boerderijbestekken uit de eerste helft van de 17de eeuw'", de in mijn bezit zijnde tekening van de stolpboerderij K 24 en andere beschikbare gegevens. Het vierkant van de stolp was opgebouwd uit twee dek- balkgebinten, voorzien van vier gebintbalkschoren (korbeels) per clekbalkgebint en twee overstekende gebintplaten met drie gebintplaatschoren per gebintplaat. In het boek van Berends staat een foto van een zelfde vierkant." Deze foto van een vierkant van een gesloopte Noordhollandse stolpboerderij is wat de vorm betreft gelijk aan het vierkant van de stolpboerderij K 24 en per gebintstijl twee gebintbalkschoren zoals dikwijls voorkomt bij Noordhollandse stolpboerderijen. De opvallenste overeenkomst tussen beide stolptypen zijn wel de overstekende balken van het vierkant, de inspringende ruimte bij de mendeuren om voldoende inrijhoogte te verkrijgen en het ook op Schouwen voorkomende uitgebouwd woongedeelte. Vorenstaande toont naar mijn gevoel duidelijk op een Noord hollandse herkomst van dit type boerderij. Aantonen dat ook de vroegere stich ters, eigenaren en bewoners voor een deel uit Noordholland afkomstig waren zal moeilijk zijn omdat vele bewoners niet met een achternaam maar met een patro- niem zijn vermeld. De naam 'Steur' komt in de omgeving van Edam-Volendam veel voor, maar deze familie is katholiek. De stichters van de stolpboerderijen Bij het onderzoek naar de ouderdom van de stolpboerderij viel het op dat van een aantal boerderijen slechts een klein gedeelte van een blok waarin de boerde rij stond eigendom was van de gebruiker." Het zou mogelijk zijn dat de stichter van de boerderij of de latere eigenaar de gebouwen aan de pachter heeft verkocht en omringende grond zelf heeft gehouden. 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2001 | | pagina 53