Bijgebouwen In 1882 werden bij de stolp twee bijgebouwtjes geplaatst, een gebouwtje van 4.00 x 3.50 m. aan de zuidzijde, waarschijnlijk een varkenshok en een gebouwtje van 4.50 x 6.00 m. aan de zuidwestzijde, waarschijnlijk een stal voor jongvee. Vóór maart 1918 werd bij de stolp aan de noordzijde een wagenhuis met graanzolder gebouwd van 5.00 x 10.17 m. volgens het veldwerk van maart 1918. Vóór sep tember 1929 werd er bij de stolp aan de noordzijde een nieuw huis gebouwd van 7.00 x 8.45 m. met een inspringende hoek 1.30 x 3.90 m. aan de noordzijde voor Pieter de Vlieger en echtgenote en ging zijn zoon in de stolpe wonen. Vóór 10 september 1947 werd er een nieuw stal voor o.a. jongvee bij de stolpe gebouwd op de plaats van het oude stal, afmetingen 6.00 x 6.20 m. met een inspringende hoek van 1.80 x 1.61 m., volgens het veldwerk van 10 september 1947. Verandering in inkomsten veehouders Vóór 29 augustus 1842 gingen de inkomsten van de veehouders in het lage gedeelte van Schouwen veel achteruit. De veehouders die daarvoor aan de dijk werken van de Polder Schouwen werkzaam konden zijn, zijn door de verander de wijze van aanbesteden er veel in inkomsten op achteruitgegaan.10 Door het afschaffen der kavelsgewijze bekramming van enige dijken in Schouwen bij K.B. van 20 augustus 1830 en verhoging van het geschot van 4,125 naar 13,30 per ha. was deze achteruitgang ontstaan." Aan de minvermogende pachters werd door de grondeigenaren voor bekram ming enige kaveldijken toegewezen tegen de prijs van 90.00 per kaveldijk. (per 50 oude gemeten) Dit werd met de pachtsom verrekend. Degene die de dijken met binnenlands, op eigen grond gegroeid riet, bekramden, vonden daarin naast het houden van vee hun voornaamste bestaan. Eigendom van de stolpboerderij K 24 Het oudste veldboek van het Zuidervierendeel van 1676 vermeldt als eigenaar van de blokken die op 22 juni 1781 bij de stolpboerderij behoorden voor blok 11 Levina Vagers, blok 12 Claas Cornelisse Wouters, blok 13 Jacob Janse van der Weele, blok 5 Fredrik en Willem Dierikse en voor blok 21 Cornelis Lenartse Cappele en Willem Jan Thijsse. Het veldboek van 1739 vermeldt voor blok 11 Pieter Stoffelse (met huis), blok 12 Admiraal Jan Cornelisse Ockerse en voor de blokken 13, 5 en 21 Pieter Stoffelse als eigenaar. Op 1 december 1763 uit de boe del van Cornelia Butler, weduwe admiraal Jan Cornelisse Ockerse geleverd aan Pieter Stoffelse blok 12 in het Verborne hofstede bevang, groot 8 gemet 210 roe den weije. In de volgende veldboeken van het Verborne hofstede bevang van 1788, 1795 en 1801 was Pieter Stoffelse eigenaar van de blokken 11, 12 en 13. Hij was tevens in die jaren eigenaar van blok 5 in het Bewesten Stellekensweg bevang en blok 21 van het Driest bevang. Dit klopt niet wat de jaren betreft met het volgende omdat de stolpboerderij in 1781 werd verkocht aan zijn zoon Pieter Pieterse. Op 22 juni 1781 wordt voor schout en schepenen van Kerkwerve na verkoop geleverd door Stoffel Pieterse namens de erfgenamen van Pieter Stoffelse en Crijna Janse aan zijn broer Pieter Pieterse een hofsteedje groot 30 gemet en 85 roeden weiland. Pieter Pieterse kocht het hofsteedje voor 250 vlaam- se ponden en hij betaalde 7/8 deel van de koopsom. 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2001 | | pagina 57