PAARDEN Toevlucht ofte heylfame Remcdien' voor al-derhande SIEKTENS en ACCIDENTEN, D I E D E Souden konrrèn overkoraeg. By een vergadert in den-tyd van 40. jaren door P I E T E R A L MiA'N U S van COUR In zyn leven Mr. Hoefjjpiit ini's Gravcnhage. C.- Mitsgaders een kleyn Trattaatje van Mëdicyne voor* KOE-BEESTEN. Ben Sevenden Druk van merk^mffouten verholpenen wet verjcbeide hidVnmdeltn'-aiermeerdert. T E AMSTERDAM, By de JANSSOONS van WAESBERGE 174». Dit boekje is één van de eerste nederlandstalige boekjes bedoelt om in handen van ontwikkelde veehouders, smeden, koeidoktersenz. te komen. De tijd vóór de professionalise ring van de diergeneeskunde. De eerste druk verscheen in 1688 en de laatste druk 1822. (Titelpagina boek coll. M.K. Buth.) enigszins twijfelachtig, want Fokker geeft andere getallen. Maar zeker is toch dat Schouwen-Duiveland toen ook ernstig door de veepest is getroffen. In 1798 bepleitte Geert Reinders, een Groningse boer, autodidact en bestrijder van de veepest, bij de regering de op richting van een veefonds waaruit eigenaars van met vee pest besmet vee schadeloos gesteld konden worden. Besmet en verdacht vee moest terstond afgemaakt worden. Pas toen in 1799 de ziekte zich ook op Walcheren vertoonde, werd Reinders' plan aangeno men via een wet op 26 decem ber 1799. Het plan van Reinders zou tevens de finan ciële voorwaarden scheppen voor de oprichting van een veeartsenijschool in Nederland "Het veefonds" werd gevoed door een belasting op runde ren. Later, in 1806, zou dit vee fonds met een ruimere doel stelling opgezet worden; et- werd ook belasting geheven op paarden, varkens en schapen. In plaats van veefonds sprak men voortaan van landbouw fonds. Provinciale Commissies van Landbouw werden in 1805 ingevoerd met als doel de overheid in haar zorg voor de landbouw op iedere wijze bij te staan. Ze werden samengesteld uit "geoefen de" landbouwers, zo mogelijk zou ook een ervaren veeartsenijkundige in de commissie moeten worden opgenomen. In 1807 klaagde de Commissie van Landbouw in Zeeland over het gebrek aan veeartsen in de hele provincie. Na enige tijd zond het actieve bestuur drie jonge lieden naar Frankrijk om daar tot veearts opgeleid te worden; onbekend is wat er van hen geworden is. Dingeman van der Vliet, veearts te Zierikzee was in 1811 te Alfort afgestudeerd, mogelijk was hij één van deze drie. Verschillende Commissies van Landbouw bleven in die tijd aandringen op de noodzaak van veeartsenijkundig ondeiwijs in Nederland. In 1819 werd de buiten plaats "Gildesteyn" te Utrecht voor rekening van het Landbouwfonds gekocht, waarin de eerste en nog steeds enige veeartsenijschool van Nederland eveneens 75

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2001 | | pagina 77