op kosten van dit fonds ingericht werd. Iedere Nederlandse provincie had vanaf 1821 het recht een bepaald aantal kwekelingen aan te wijzen die voor rekening van "het veefonds"mochten studeren. Vanaf die tijd kwam er ook in Zeeland pas echt verbetering en vestigden zich meer goed opgeleide veeartsen in onze pro vincie. In 1838 wees de Commissie van Landbouw o.a. Gerrit Keiler uit Zierikzee aan om op kosten van het Landbouwfonds in Utrecht aan de Veeartsenijschool te gaan studeren. Van Hertum als voortrekker "De besmettelijke longziekte", een besmettelijke pleuropneumonie, bij runderen veroorzaakt door een Mycoplasma, is "de aandoening" van de 19e eeuw. Met de Napoleontische legers zou de ziekte zich over de Europese laaglanden verspreid hebben. Van 1831-1887 hield de besmettelijke longziekte onder de Nederlandse veestapel huis. De ziekte was niet zo hevig als de runderpest. Van de veepest nam men zonder meer de besmettelijkheid aan, over de besmettelijkheid van longziekte werd heftig gestreden. Alexander Numan, hoogleraar bij de veeartsenijschool en regeringsadviseur over de longziekte heeft de besmettelijkheid hiervan heel lang betwijfeld, zijn advies was niet afmaken van het vee, doch uitsluitend afzonderen. Een belangrijke rol in het onder de knie krijgen van deze ziekte heeft de Zeeuwse veearts J. van Hertum gespeeld, 's rijks veearts der eerste klasse te Zierikzee. Van Hertum hield in 1837 tegen ongelovige collega's vol dat de ziekte alleen uit te roeien was door "policie maatregelen". "Policie maatregelen" hielden in, een verbod in handel en wandel van die ren in besmet gebied en het doden en begra ven van zieke en verdachte dieren die in aan raking of in de omgeving van een ziek dier zijn geweest. In zijn "Verhandeling over de besmettelijke longziekte van het rundvee", eerste druk 1839, keerde hij zich zelfs fel tegen de voor zichtigheid van zijn leermeester Numan; hij wees hem zelfs als oorzaak aan van het voortduren van de ziekte. Uiteindelijk bleek dat Van Hertum, wat de ziektebestrijding betreft, het bij het rechte eind heeft gehad. Toen in mei 1839 de longziekte in Zeeland uitbrak, wisten Van Hertum en diens inmid dels tot zijn standpunt bekeerde collega M. Luteyn Mazure deze ziekte door afmaking van het zieke en verdachte vee te stuiten. Daarmee waren zij een voorbeeld voor heel Nederland. Deze maatregelen hebben geleid tot de vorming van een "corps provinciale veeartsen". Op 18 oktober 1839 werd Van Hertum de eerste provinciale veearts in Zeeland en daarmee in Nederland. Pas in de zestiger jaren gingen meer provincies over Titelpagina "Verhandeling over de besmettelijke longziekte van het rund vee", doorj. van Hertum, le druk 1839. (coll. Gemeentearchief Schouwen-Duiveland.) 76

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2001 | | pagina 78