Familie van der Marei en de scheepssloperij Marinus van der Marei lag met zijn 60-tons hagenaar1 "Adma" in de haven van Bruinisse. Daar sloopte hij landingsvaartuigen. Van oorsprong binnenschipper werkte hij voor de firma Groenleer. Aan boord van het kleine scheepje was er niet veel plaats voor man, vrouw en vier kinderen. Hij ging naar Viane om daar met het bokje van de "Adma" de ingestorte kademu ren op te ruimen. Op de haven stond nog één huis; dat van Gradus Helmstrijd. Dat heeft hij gekocht en zo is de familie op de wal gaan wonen. Water en elektri citeit waren er niet, water kwam uit de regenput en licht van propaan flessengas. De twee jongens van negen en zes, Joop en Gerret moesten lopend naar school. Na schooltijd, twee en een halve kilometer lopen heen en terug, was het stenen bikken en spijkers trekken en voor veertig konijnen en tweehonderd eenden zorgen. Hier is Viane in volle bedrijvigheid. Tot aan de Watersnoodramp werden de suikerbieten, aardappelen en andere landbouwproducten, over water vervoerd. Het linkse schip heeft net de plaats ingenomen van het rechtse. Het ligt hoger, waaraan men kan zien dat het leeg is. Links het huis van Gradus Helmstrijd, die daar met zijn vrouw Trui woonde. Dit pand was het enige dat na de oorlog en de ramp op de "kaoje" is blijven staan. (Coll. "Oud Ouwerkerk in doucumenten") De eerste jaren werkten het gemaal en de spuisluis nog, maar er werd een nieuw gemaal bij Ouwerkerk gebouwd. Met de bouw van de nieuwe kademuur is de spuisluis verdwenen. In die tijd werd er al aan het slopen van schepen gewerkt. Kennelijk zat het bij Marinus in het bloed, want hij deed al een aantal jaren in de Zeeuwse wateren op kleine schaal aan bergen en wrakopruiming. Het eerste schip wat gesloopt werd, was een rijnsleepboot, de "Kalta" van rederij Vulvan uit Rotterdam. Daarna zijn er in de periode 1954 - 1985 circa 500 schepen gesloopt. Het waren trawlers, 87

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2001 | | pagina 89