Noten 1. Klein, laag dijkje. 2. Zeekraal (Salicornia herbacea) 3. Vrijwillig bemanningslid bij het reddingswezen. 4. Regenbak. 5. Aker, scheepsemmer. 6. Ligplaats van een schip op het zand of slik in een getijdehaven. 7. Zakken met graan of kolen op de schouders van de dragers tillen. 8. Het schip van een beurtschipper. 9. Persoon die bij het wegen van suikerbieten de tarra bepaalt. 10. Onderdeel van het hoofdijzer, dat aan weerzijde van het hoofd zichtbaar zijn. 11. Takkenbos van snoeihout uit de boomgaard of elzenhout. 12. Brood met een gewicht van 2 kilogram. 12. Stuk land onder Burgh. 13- Persoon, klein van stuk. 14. Beurtschipper Landegent. 15. Vlak, kaal. 16. Schouders. 17. Hem, straat met slachthuizen in Zierikzee. 18. Ontsteking van de tussenklauwhuid. 19. Uier. 20. Bodem. Alle foto's zijn in het bezit van de auteur. 110

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2002 | | pagina 112