tiende eeuw autonomie bezat op juridisch-bestuurlijk gebied, zodat de plaats in juridisch opzicht al vroeg kan worden beschouwd als stad. Bovendien brengt het voorgaande met zich mee dat Brouwershaven al in de eerste helft van de veer tiende eeuw de beschikking had over de hoge rechtsmacht, al was het in voor waardelijke vorm. Evenals de verwerving van stadsrecht werd ook het verkrijgen van de hoge jurisdictie door Brouwershaven totnogtoe gedateerd op 1477.13 7februari 1403 (Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, oud-archief Brouwershaven, charter nr. 3X De betekenis van de stadsrechtoorkonde van 1403 Nu is gebleken dat Brouwershaven al sinds de eerste helft van de veertiende eeuw in juridisch opzicht autonoom was, doet zich de vraag voor naar de betekenis van de stadsrecht oorkonde van 1403. Dat de bepalingen uit de oorkonde in Brouwershaven daadwerkelijk al veel langer van kracht waren, blijkt uit een oorkonde die Albrecht van Beieren op dezelfde dag uitvaardigde als de stadsrechtoorkonde van 1403- Daarin bevestigde de graaf de omvang van de Brouwershavense stadsvrijheid en legde hij deze in een oorkonde vast, waarbij werd opgemerkt dat cle inwoners van Brouwershaven het bestaan en de grenzen van hun vrijheid hadden weten aan te tonen aan de hand van een eveneens eerder dan 1358 uitgevaardigde oorkonde ("mit hoeren koeren die si van onsen ouderen grauen van Hollant ende van Zeelant hebben").14 Opnieuw blijkt dat Brouwershaven al halverwege de veertiende eeuw een vrijheid vormde, die eigen regelgeving moet hebben gekend. De betekenis van de stadsrechtverlening van 1403 was klaarblijkelijk vooral gelegen in de formele erkenning door de landsheer van rechterlijke bevoegdheden die Brouwershaven in de praktijk reeds lang bezat en daarmee van de eveneens al langer bestaande en door de graaf gedoogde bestuurlijk-juridische autonomie van Brouwershaven.1' Dat de erken ning van Brouwershavens zelfstandige positie meer was dan louter een for maliteit, blijkt wellicht uit het volgende. In de keur die in 1328 door graaf Willem III werd uitgevaardigd voor Zeeland Beoostenschelde wordt maar één plaats 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2002 | | pagina 11