genoemd die als stad van de bepalingen in het landrecht was uitgezonderd: Zierikzee. Hoewel we er geen absolute zekerheid over hebben, is het aan nemelijk dat ook Brouwershaven in 1328 feitelijk al juridisch en bestuurlijk autonoom was. Deze gedoogsituatie werd in het landrecht niet tot uitdrukking gebracht."" Daarin kwam in 1403 verandering. Het is niet duidelijk waarom het zo lang heeft geduurd voordat Brouwershaven de beschikking kreeg over een door de graaf bezegelde stadsrechtoorkonde. Volgens de tekst van de oorkonde zelf was de landsheerlijke erkenning van betekenis om "in goeden regiment ende in neringen te blijven". Daarmee kan gedoeld zijn op het belang dat men in Brouwershaven hechtte aan de instand houding van de openbare orde en aan de rechtszekerheid die, met het oog op eigen en vreemde kooplieden, een voorwaarde zal zijn geweest voor de bloei van de plaatselijke economie. Misschien kan er voor de beoorkonding van 1403 nog een meer specifieke aanleiding worden aangewezen. De al genoemde, even eens op 7 februari 1403 uitgevaardigde grafelijke oorkonde waarin de grenzen van die vrijheid opnieuw werden vastgelegd, kan er op duiden dat ondui delijkheid of zelfs een conflict over de precieze begrenzing van het Brouwers- havense rechtsgebied aanleiding vormde tot de beoorkonding in 1403- Hoe dat ook zij, ook de graaf zelf zal bij de uitvaardiging van de stadsrechtoorkonde belang hebben gehad. Aan diens bekrachtiging hing ongetwijfeld een prijskaartje, en extra inkomsten kwamen de in deze periode in oorlog verkerende Albrecht van Beieren goed van pas. Mede uit financiële overwegingen verkocht de graaf in deze periode stadsrechten aan een aantal plaatsen in West-Friesland.17 De ligging van Brouwershaven, Goedereede, Brielle en Geervliet op de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden, circa 1350 (kaart: dr. J.A. Mol). De stadsrechtfamilie van de Hollands-Zeeuwse eilanden Door Telting en Unger is gesuggereerd dat het stadsrecht van Brouwershaven - waarvan zij de inhoud niet kenden! - invloed zou hebben ondergaan van het 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2002 | | pagina 12