Brielle (1330) bepalingen ontbreken die wel voorkomen in dat van Goedereede
en dat van Brouwershaven, wil dus niet zeggen dat het recht van Goedereede en
Brouwershaven niet zou kunnen zijn beïnvloed door een vroege versie van het
stedelijk recht van Brielle.
De invloed van Brielle
Hierboven stelden we vast dat de stadsrechten van Brielle en Brouwershaven tot
elkaar in een directe relatie staan. Voor een antwoord op de vraag of het stads
recht van Brouwershaven werd beïnvloed door dat van Brielle, of dat het recht
van Brielle juist werd gebaseerd op de bepalingen uit Brouwershaven bestaat
eigenlijk maar één subtiele aanwijzing, die samenhangt met de in Brouwershaven
wat afwijkende situatie met betrekking tot de hoge jurisdictie. Die had daar, zoals
we zagen, aanvankelijk een voorwaardelijk karakter, wat tot uitdrukking komt in
de artikelen 26 en 29 (en niet meer in artikel 58, dat van later datum is). Artikel
29 is wederom een goed voorbeeld van een bepaling waarbij aangroei heeft
plaatsgevonden. Dezelfde bepaling is niet bekend uit het stadsrecht van Brielle
(maar kan daar desalniettemin bekend zijn geweest, wellicht als voorbode), wel
uit dat van Goedereede (art. 19).
Goedereede art. 19
Wye ruit verboden wapen yemen wont, hy verbuert lyen pont off die hant;
doot hijre yemant mede, dat is lijff om lijff.
Brouwershaven art. 29
Jtem die met virboden wapenen ijmant wondt, hij verbeurde siin hant of tliijen
pont ende dode hire yemant mede, lijf om lijf, mar die rechter en sal gheenen
saecken berechten die aen ijmans lijff gaen ten sij dat hij tsheeren wille daer aff wete.
Kennelijk moest het bovenstaande artikel in Brouwershaven van een aanvulling
worden voorzien. Dat de uitbreiding inhoudelijk echter een nadere proces
rechtelijke precisering van de 'lijf om lijf-bepaling' is, wijst erop dat die bepaling
in zijn oorspronkelijke vorm niet overeenstemde met de in Brouwershaven be
staande situatie. Wanneer de bepaling in Brouwershaven was ontstaan, dan had
het niet voor de hand gelegen om de bepaling eerst op een algemene manier te
formuleren en vervolgens uit te breiden met een inhoudelijke beperking.
Aannemend dat de inwoners van Brouwershaven voor hun rechtsregels niet in
verschillende plaatsen maar in één andere plaats te rade gingen, stellen we vast
dat het oudste gedeelte van het stadsrecht van Brouwershaven werd gebaseerd
op bepalingen uit Brielle. Niet op de Brielse stadsrechtoorkonde van 1330 (want
daarin komen veel minder artikelen voor) maar op een vroegere versie daaivan,
dus op een van vóór 1330 daterende keur of een verzameling rechtsregels dan
wel voorboden. Hoe de stadsrechtoorkonde van Goedereede met haar afwijken
de structuur zich precies verhoudt tot de stadsrechten van Brielle en Brouwers
haven is vooralsnog onduidelijk, zodat er in principe drie filiaties denkbaar zijn:
1. Brielle Brouwershaven
Goedereede
2. Brielle Brouwershaven Goedereede
3. Goedereede Brielle Brouwershaven
Het bovenstaande overziende stellen we vast dat zich bij de stadsrechtfamilie van
de Hollands-Zeeuwse eilanden een verschijnsel voordoet dat we niet kennen van
15