andere stadsrechtfamilies in de Nederlanden. Het overnemen van het recht van een andere stad beperkte zich niet tot het recht zoals dat stond opgetekend in de stadsrechtoorkonde Ook recht dat niet door de landsheer was beoorkond werd overgenomen. Deze overname van 'vreemd' recht vertoont een zekere gelijkenis met het verschijnsel dat in de rechtsgeschiedenis bekend staat als 'receptie'. Het bekendste voorbeeld van zo'n receptie is die van het Romeinse recht in Europa gedurende de late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Het ontstaan van Brouwershaven Hoewel over het ontstaan van Brouwershaven relatief veel schriftelijke bronnen bestaan, zijn er voor de periode tot 1330, waarin de inwoners van Brouwers haven in Brielle te rade moeten zijn gegaan voor het overnemen van rechts regels, niet veel gegevens bewaard gebleven. We moeten het dan ook laten bij de vaststelling dat de beïnvloeding moet hebben plaatsgevonden op een moment tussen de aanleg van Brouwershaven in de late jaren tachtig van de dertiende eeuw en het moment waarop Gerard van Voorne in 1330 de eerste Brielse stads rechtoorkonde uitvaardigde. In het licht van wat er totnogtoe bekend was over Brouwershaven lijkt dat erg vroeg, maar de totstandkoming van eigen recht in deze periode strookt toch goed met de ontwikkeling van Brouwershaven in deze jaren. Brouwershaven dankt zijn ontstaan aan een grafelijk initiatief. Op 14 januari 1286 droegen Pieter Nobel en zijn broers, kinderen van heer Nikolaas, de helft van de aan te leggen haven en het nog te bouwen dorp en de helft van het land in Heer Klaaskinderkerke Nieuwland (een naar dezelfde broers vernoemd poldertje buiten de oostelijke dijk van Schouwen, behorend tot het ambacht Brijdorp) over aan de Hollandse graaf Floris V. Om zijn plannen voor de aanleg van een haven plaats aan de noordoostkust van Schouwen te realiseren, kocht deze graaf even later van ambachtsheer Jan van Renesse grond met de bijbehorende publieke rechten in het ambacht Brijdorp. Uit een oorkonde van 7 april 1286 blijkt dat er toen reeds sprake was van een haven. Anderhalf jaar later verkreeg de graaf van hertog Jan I van Brabant een privilege dat de inwoners en kooplieden van deze nieuw aan te leggen nederzetting - vanzelfsprekend namen de voorbereidingen een aantal jaren in beslag - het recht gaf op vrije doorvaart en tolvrijheid in diens hele gebied.23 De nieuwe havenplaats stond aanvankelijk bekend onder de naam Brijdorper- sluis, zo blijkt uit een vermelding in de Rijmkroniek van Melis Stoke. Na de moord op Floris V was het grafelijk gezag ernstig verzwakt, en in die situatie verkreeg Jan van Renesse als een van de voornaamste edelen van het graafschap grote invloed op de nog jonge graaf Jan I. De positie van Jan van Renesse was zo sterk, dat hij de jonge graaf na diens overkomst uit Engeland in 1297 naar 'Bridorpersluse' liet voeren, waar hij zijn invloed op het grafelijk bewind ken nelijk het best wist veiliggesteld tegen de aanspraken van Jan van Avesnes, de voogd van de graaf.24 De naam Brijdorpersluis blijkt na verloop van tijd te zijn gewijzigd in Brouwershaven; de oudste overlevering van deze benaming is afkomstig uit een rekening uit 1318.25 Deze naamswijziging wijst er op dat omstreeks het begin van de veertiende eeuw het karakter van de nederzetting veranderde, waarbij de haven een grotere rol moet zijn gaan spelen. Bij gebrek aan schriftelijke en archeologische bronnen kan de groei van Brouwershaven in de periode tot 1330 nauwelijks worden gevolgd. Dat er in 1318 op naam van 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2002 | | pagina 18