sersgilde grotendeels over. Op 12 januari 1818 besloot de raad tot de oprichting
van een soort overheidsbedrijf 'De Nieuwe Visscherij'. Het hoofddoel was armoe
de- en werkloosheidsbestrijding door de uitrusting van vissersschepen. Met dit
initiatief trad de Zierikzeese gemeenteraad in de voetsporen van het voormalige
vissersgilde. Een nieuwe belangenbehartiger, hoewel geen beroepsvereniging,
was daarmee geboren. De visserij stond weer even op de politieke agenda.
Opheffing
Tot aan de Bataafs-Franse tijd hadden de gilden eigenlijk nooit ter discussie
gestaan. Dit gebeurde pas na de omwenteling van 1795 en met de komst van het
gedachtengoed van de Franse Revolutie naar de Bataafse Republiek. Ideeën als
'gelijkheid van werk' en het 'recht op arbeid', gecombineerd met een toene
mende belangstelling voor economische hervormingen leidden ertoe dat de
opstellers van het eerste ontwerp voor een nieuwe grondwet in november 1796
een clausule opnamen waarin de gilden werden afgeschaft. Dit werd in de Staats
regeling van 1798 overgenomen. In deze nieuwe grondwet bepaalde artikel 53
dat 'Bij de aanneming der Staatsregeling worden vervallen verklaard alle gilden,
corporatin of broederschappen van neeringen, ambachten of fabrieken. Ook
heeft ieder burger, in welke plaats woonachtig, het regt zoodanige fabriek of tra
fiek opterigten, of zoodanig eerlijk bedrijf aan te vangen als hij verkiezen zal'.
Toch duurde het nog tot 1799 voordat in Zierikzee de gilden daadwerkelijk wer
den opgeheven. Pas op 10 april 1799 publiceerde de Zierikzeese magistraat op
last van het Uitvoerend Bewind het afschaffingsbesluit. De municipaliteit bepaal
de voortaan het visserijbeleid. Opvallend is wel dat de directeur van het 'gewe
zen' vissersgilde opdracht van haar kreeg het ophalen van het gildengeld van de
vissersschepen a 13 stuivers gewoon voort te zetten.
Na het vertrek van de Fransen in 1813 was de algemene verwachting dat de gil
den weer in hun oude positie van voor 1798 zouden worden hersteld. De gou-
In de wanden van het Zierikzeese Gravensteen kerfden gevangenen
onder meer tekeningen van schepen. Daaronder een vissloep
(uit: P.C. Gijsbers, Schepen van het Gravensteen. Zierikzee 1981).
34