VITIIS VASORUM
CONTINENTIUM.
UITSPANNINGEN.
dissbrtatio ïathologusa
INAUGURALIS,
Q U A M
favente summo numine
Ex Juttoritate Magnifici Rector is,
«ERNHARDINï de MOOR,
S S. THEOLOGIE DOCTORISHUJUSQÜE FACULTATIS
IN ACADEMIA LCJGDUNO - BATAVA PROFESSORIS OR-
D1NARII, 1BIDEMQUE ECCLESLE PASTORIS.
:i t <i NO t(
AmpTiJJïmi Sen at us Academici Confenfu
NobiliJJimae Facultatis Medicae Decreto
fRO GRA D'J '0 0 CT O RAT U S,
Suramisque in Medicina Honoribus Privilegiij
I rite ac legitime confequendis
Eruditorum examini fubmittit
A N U 'J M A C Q U K
Zelandus.
Ai diem 23. Aprilti 1756. hora locoque folitis.
LUG DU NI B AT AVO RUM,
v.vï CORNELIUM de PECH E 1 -f
Titelpagina 's van boeken doorj. Macquet uit 1772 en 1776.
(Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Zierikzee)
wijf van Endor. Aan de ziekte van koning Joram8, de zoon van koning Josafat van
Juda, volgens hem 'roode loop' of dysentrie3, besteedt hij veel aandacht. Bij de
'bezetenheid, de beïnvloeding door demonen (kakodaimones) weet Macquet met
het legioen boze geesten in de varkens in Matheus 9.28-34 niet goed raad en
tracht een verklaring te geven met massa-psychoses, zoals in zijn tijd in een
Amsterdams weeshuis. Bij 'Jacobs roeden' in Genesis 30:37-43 geeft hij toespelin
gen op het 'verzien' bij Labans geiten. Over Hiskia's door klompen vijgen gene
zende zweren (2 Kon.: 20-27) zegt hij dat cataplasmata van vijgen vaak verzach
tend werken. Aan Salomo's ziekelijke ouderdom (Prediker 12) de epilepsie of
maanziekte, de spreekwijze 'uit de lendenen voortgesproten', de genezen bloed-
vloeïng bij een vrouw en het bloedig zweet van Christus, tracht Macquet ook een
verklaring te geven vanuit zijn physieo theologische instelling. De tweede druk,
die het boekje in 1762 kreeg, doet een vrij grote lezerskring vermoeden, mis
schien met name van een schare trouwe bijbellezers in Zeeland, van sommige
van de leden van de Maatschappij van Letterkunde en van leden van de Waalse
Kerk.
De werkende natuur
In 1771 verscheen in de Verhandelingen van het Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen, deel II, Macquets Onderzoek wat het is, dat men in de genees
kunde de werkende natuur noemt'. Dit was toen een veel besproken onderwerp,
als het ware een variatie op de van oudsher bekende 'vis medicatrix naturae'.
DICHTLIEVENDE
BEVATTENDE
HELDINNEN BRIEVEN,
NAT U ER KUNDIGE
BESCHOUWINGEN,
MENGELWERK.
D O O H.
J. MACQUET,
Lid van de Maetfcitappye der Nederland/the
Letterkunde te Leiden.
TE ZIERIKZEE,
By J, de KANTER en ZOON, 17/2,
39