jegens Sydenham voelt Macquet zich toch gedwongen van deze te 'verschelen' in
diens opvatting dat men geen acht hoeft te slaan op de verre oorzaken.
Het voert te ver alle aspecten uit Macquets studie weer te geven. Daarom maken
we een keuze daaruit.
Vaste en zachte delen van het lichaam
De vaste delen zonder leven omvatten cle beenderen. Hij noemt hier als ziekten
de jicht, de eventuele 'anchylosis in gewrichten, de broosheid bij beenbreuken,
het glazige bij Venusziekte, de buigzaamheid bij Engelse ziekte, de winddoorn en
het beenbederf31.
In de zachte vaste delen kan een 'weeke slapte', witte vloed en hypermenhor-
rhoe geven, mede door het drinken van hete thee en koffie en het gebruik van
hete voetstoven. Het 'splytende' in de zachte vaste delen veroorzaakt winterhan
den. Het 'smeltend' geeft rotting, zoals de op adellijk vlees gelijkende scheur
buikafwijkingen. Deze moet dus genezen door versterkende en rotting tegen
gaande middelen. Tot de zachte vaste delen rekent hij ook het nagenoeg
onprikkelbare vetweefsel.
De 'vaste delen met mechanieke werking' zijn de spieren, die 'met leven begaafd'
duiden op de orgaansystemen. De 'bevattende vaste delen' zijn de vaten, die
lichaamsvochten in zich sluiten, de 'vasa continentia. Het hart is een ware spier,
die door samentrekking het bloed in de slagaders perst, die het door spier- en
veerkracht verder stuwen.
De voor de gezondheid vereiste evenredigheid is er ook in cle bloedvaten.
Lichaamsvochten
De lichaamsvochten konden afwijkingen tonen door te geringe of te grote hoe
veelheid, verschillende viscositeit, bederf, rotting, scherpte of afdwaling of door
een niet-harmonische samenwerking met de vaste delen.
Overvloed heet polychemie, de tegenstelling oligochemie. Onregelmatige bewe
ging der vochten kan rotting en bederf veroorzaken met als gevolg pleuris,
scheurbuik, uraemie, rode loop, puisten en zweren.
Scherpte
Scherpte in het lichaam32 kan mechanisch of chemisch zijn: een scherp voorwerp,
kogel, zuren, alcoholica, gal. Het laatste kan in de 'eerste wegen' bloedvaten
doorknagen, met als gevolg pijn, rode loop, galkoortsen, strangurie. Tegen
maatregelen kunnen zijn: lichaamsbeweging, warm vocht en natuurlijke warmte
via de olie en het phlogiston33.
Negatieve invloed heeft waterdelenverlies door zweten, diarrhoe of medicamen
ten en koud weer.
Lichte prikkeling door scherpte geeft jeuk, sterkere: pijn, krampen en kolieken.
Andere stoornissen door scherpe vochten kunnen zijn: tandvleesbloeding bij
scheurbuik en terugvloeien van pis in het bloed naar de hersenen, met als gevolg
uraemie. Zure, alkalische, ziltige en andere scherpten geven ieder hun eigen
afwijkingen. Veel zuren geven een kwijnende vochtenomloop met koudegevoel,
doordat ze het 'brandbare' doven. Zouten in het voedsel zijn keukenzout de
proeven van Pringle over de rotting34 aanhalend) en ammoniakzout. Ze blijven bij
een slechte nierwerking in het bloed. Scherpte kan ook ontstaan door 'venynen',
zoals gesublimeerde kwik, rattekruid en de microscopisch waarneembare punti-
45