volstrekte, en de 'veelheid tot de kragten', of betrekkelijke. Bij de eerste is er door de spanning in hart en bloedvaten vrij weinig en langzaam stromend bloed. Dit geeft bij pletorici loomheid en gevaar, waar dan heilzaam zijn neusbloedin gen, aambeien en menstruatie. Ernstiger zijn dan een bloedstuwing of grote onderhuidse bloedingen. Mensen met een korte nek en daardoor kortere hersen- bloedvaten hebben een praedispositie tot een apoplexie. De 'veelheid tot de kragten' ontstaat door nauwere vaten, komt voor bij een hevige schrik of ontroe ring of de crisis in koortsige toestanden, soms ook wel bij een aderlating of na een amputatie. De bloedrijkheid kan zich verrijkheid voegen, zoals bij de adipeuze Edward Bright36 en de Egyptische koning Ptolemeus. Macquet noemt hier ook de vetem- bolie en de dodelijke luchtembolie, de op 'knoesgezwellen' gelijkende staetoma- ta lipomen), de uit geronnen wei door te veel aardse delen ontstaande athero- mata en de uit lijm gevormde 'Melicerides'37. Zaadvocht Macquet toont zich even verbaasd als destijds de lóe eeuwer Levinus Lemnius, dat het menselijk lichaam in al haar hoedanigheden, vanuit een kleine stip vocht en moederlijk vocht kan ontstaan.3" Hij noemt de 'dierkens', gezien door Van Leeuwenhoek, en Boerhaaves opvatting, die aan één van deze de kracht toeken de zich aan het vrouwelijk ei te hechten. Er schijnt iets levends in het zaadvocht te zijn, maar hoe de voortteeling geschiedt zegt Macquet ronduit niet te weten. Hij verzet zich tegen de nieuwe stroming van zijn tijd over de 'molecules organi- ques', inhoudend 'dat alle dieren en planten door ontzwagteling groeijen, nadat ze reeds in het Ei beslooten zijn, schoon men nimmer iets dat naer een vrucht gelykt in het vrouwelijk Ei gevonden heeft.' Veel zaadvocht veroorzaakt 'geil heid'. Hij waarschuwt de jonge mensen 'in onze dartele eeuw' tegen ongebrei deld sexueel verkeer, het in staande houding cohabiteren en onanie3'. Vezels De vezels geven de lichaamsdelen samenhang en bepalen met de vochten de toestand van het gezonde of zieke lichaam. Hij noemt, weer Boerhaave volgend, als variaties: cle vastheid in de beenderen, de broosheid bij beenbreuken, de buigzaamheid bij Engelse ziekte en in het kraakbeen, het 'smeltend' in de zachte vaste delen, de 'teerheid' bij scheurbuik, het 'splytencl' bij kloven en zwanger- schapsstriae. De samenhang der vezels kan wisselen, afhankelijk van de functie van een lichaamsdeel, leeftijd, geslacht en temperament, ziekte of gezondheid. De vezels zijn ook de 'aerdsche deelen' in het bloed, door Ruysch gevonden, de samenhang eraan gevend en de wondgenezing bevorderend. Daarom moet de geneesheer altijd trachten wondranden zo dicht mogelijk bij elkaar te brengen. Het niet willen sluiten van een wond noemt Macquet 'droge ontbinding' soms bij een hazenlipoperatie 'de weer'. De niet-natuurlijke dingen' Macquet begint hierover, als Galenus, met de invloed van de dampkring en ver meldt de luchtdrukmetingen van Nieuwentijt en Musschenbroek". Koude en hitte, vocht en droogte hebben invloed op het bloedvatenstelsel, de lichaams vochten en de uitwaseming. Koude kan stramheid en bevriezing geven, hitte: zonnebrand en zonnesteek. Het laatste ontstaat door bederf na verstopping in de 48

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2002 | | pagina 50