Vermoedelijk een van de twee wachthuizen aan het Zijpe in de 18de eeuw. Collectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Zierikzee.) Schraver's kritiek op zijn voorgangers In zijn pleidooi voor het samengaan van techniek en natuur wees Schraver er in de bovengenoemde 'memorie' van april 1802 op dat men tijdens het ontstaan van het Nieuwe Zijpe langzaam maar zeker dit natuurlijke proces had kunnen be ïnvloeden door het nieuwe Canaal zoveel mogelijk naar het oosten te leiden. Hij spitste zijn kritiek toe op het feit dat men de natuur gedurende te lange tijd haat- gang had laten gaan. Men dacht de steeds dreigender wordende dijk- en oever- vallen te kunnen bestrijden door de eb- en vloedstromen naar de oostelijke oever te verplaatsen met de al genoemde 'blinde dammen' en 'schermhoofden'. Het doel dat men met zo'n blinde dam wilde bereiken was volgens Schraver tweeledig. In de eerste plaats zou deze de vloedstroom naar de overkant van het Zijpe, het 'Vlije' genaamd, moeten leiden en daarnaast was het de verwachting dat de vloed als gevolg van de veranderde richting door het 'Gat van Sint Annaland' zou gaan stromen, wat dan weer de stroming in het Zijpe zou vermin deren. De geulen, die het Gat van Sint Annaland voor het water bereikbaar moesten maken waren echter te smal en te ondiep en de nieuwe route naar de Krammer was veel langer dan door het Zijpe, zodat het water door deze rivier toch weer de kortste weg zou kiezen. Bovendien was het verval in de nieuwe route te klein, zodat minder water afgevoerd kon worden. Het plan om met een blinde dam, die minstens twaalf voet onder water lag, het tij te keren bewees volgens Schraver: "...middagklaar dat men het project niet "kunstmatig" heeft doordacht". De tweede onderneming waarop Schraver zijn pijlen richtte was het plaatsen van schermhoofden aan de overkant van de Stoofpolder op de Plaat van Rumoirt. Doel hiervan was de verbreding van het Zijpe, waardoor de toenemende ver dieping tot staan zou komen en de kracht van de stroming zou moeten vermin deren. In de praktijk bleek echter dat door de schermhoofden het Zijpe alleen maar smaller werd en de kracht van de stroming nog meer toenam. De schurende 59

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2002 | | pagina 61