werking van het water op de dijken werd dan ook steeds groter en veroorzaakte
een groot aantal dijkvallen tegenover en in de buurt van de schermhoofden. Ook
dit project bleek niet in staat de problemen op te lossen.
"Door het telkens weer mislukken van onberedeneerd aangewende middelen was
het Canaal Zijpe geheel verwaarloosd aan zichzelf overgelaten", verzuchtte
Schraver dan ook. Uiteindelijk viel het doek in oktober van het jaar 1803- Schraver
meldde de secretaris van de Zeeuwse Rekenkamer, J. Snouck Hurgronje, dat hij
op woensdagavond de vijfde oktober van opzichter Pieter Beket per expresse de
tijding ontving dat diezelfde avond om zes uur,
"...nadat het water in het Canaal Zijpe gevallen was den Oudendijk, des Stoofpolders
doorgebroken is, door de geweldige stortingen des invallenden buitenwaters bezweken
en dus de gehele ruimte tussen de nieuw gelegde dijk (de inlaagdijk- van 1769/
1770, gws) en de oude dijk van het zuideinde des Stoofpolders af tot tegen de noor
delijke kade totaal geïnundeerd en als in een zee veranderd was geworden"
De polder Bruinisse, met daarop aa ngegeven de verdedigingswerken, die in de 18de eemv werden aan
gelegd. Kaart doorI.F.W. Conrad1874. (Collectie Gemeentearchief'Schouwen-Duiveland, Zierikzee.)
60