Wés .&e/jyjjZsv(xg,e<' Ti ^,S.--jA?ZS?.--~<^J:-' rszj&f: AÊ$C*~Az5fjt-> ofmr^S i^V?,ó6 z*s,sL._ f .V/7"J^y,,,.. ^zA/TVA/A T)aa>Z^,/ i^fyji-r^-ü?. JfrXSi* '--- /Ziï-Jjdc CS6.**A> - rrcr.-rCfi^,'^ tAaÜtrj&26*»z£ é!&yéfZ/tiizï2<j 55f^«5f=- AAMtttn. ZATl?A'A7i>siSA/'AVtAitS^>^J~f0y;S-rsAvZj „'yyy- De benoeming van Andries Schraver lot Hoofdingenieur in 1816. (Collectie Zeeuwsarchief, Rijkswateistaat Zeeland.) Lette hebben een stempel op hem gedrukt. Vanaf zijn vroegste jeugd was het al duidelijk, dat Andries mensen voor zich kon innemen door zijn enthousiasme, nieuwsgierigheid en leergierigheid. Deze eigenschap pen, samen met een grote mate van gezagsgetrouwheid, plichtsbesef en loyaliteit, waren kenmerkend voor Schraver's karakter. Zij vormen de pijlers waarop zijn loopbaan bij de waterstaat gebouwd was. Ze brach ten hem soms ook in conflict met de mensen, hoog en laag, waar hij mee te maken kreeg. Plichtsbesef eiste hij ook van zijn ondergeschikten evenals mentale hardheid. De volgende voorbeelden illustreren dit: in een brief van 23 september 1802' meldde Schraver een dijkdoorbraak, die kort daarvoor op 18 september bij de Stoofpolder aan het Zijpe had plaats gevonden. Hij probeerde het werkvolk, ondanks de geringe kans dat zij hiervoor uitbe taald zouden worden, aan het werk te krijgen. Toen Schraver inderdaad constateerde dat de arbeiders onwil- .in dit criticq geval, waar eeuwen aan lig waren dreigde hij er mee dat als ze minuten hingen, niet naar rede wilden luisteren hij hen hunnepligten op de spitsen der Bajonetten soude vertoonen". Zover kwam het echter niet en uiteinde lijk besloot Schraver uit eigen middelen f. 636,00 voor te schieten om hun loon te betalen. Hierbij speelde eigenbelang natuurlijk ook een rol, want het was Schraver's eer te na dat werk, waarover hij de leiding had, uiteindelijk zou mis lukken door onwillig werkvolk dat onder zijn bevelen stond. Van loyaliteit en gezagsgetrouwheid is sprake in Schraver's brief van 27 februari 1803- Hierin reageerde hij teleurgesteld op het besluit van de Raad van Binnenlandsche Zaaken om de verantwoordelijkheid over de calamiteuze polders in Zeeland over te dragen aan de provincie en beschouwde zich als ontslagen uit zijn functie van commissaris-inspecteur. Desondanks besloot hij uit 'algemeene veipligtingen als een vriendendienst zoveel mogelijk te helpen bij het beschermen van de Stoofpolder. Een mooi voorbeeld van Schraver's vrijmoedigheid blijkt uit het gesprek dat hij voerde met keizer Napoleon Bonaparte. Deze had aan Schraver de opdracht gegeven om de mogelijkheid van een vaste oeververbinding tussen Zeeland en de vaste wal van Brabant te onderzoeken en had hem hiervoor naar Parijs ontbo den. In zijn boek 'Levensberichten van Zeeuwen', vertelt E Nagtglas10 op gezag van Pieter Daniël Buyze - Schraver's schoonzoon - hoe de keizer zag dat zijn onderdaan uit Zeeland in het bezit was van een zilveren passer met een opschrift 64

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2002 | | pagina 66