de leden der sociëteit wijn of drank mocht schenken en dan niet later dan 10 uur
in de avond en dat hij vrijgesteld was van het 's avonds koffiehuis te moeten
houden. In 1800 hechtte de Raad zijn goedkeuring aan een vergroting van de
koffiekamer door ingebruikneming van een gedeelte van het aanliggende accijns
huisje. Hierin werd een trap gemaakt om de bovenzaal te bereiken.
Waarschijnlijk werd in 1802 deze zaal door de sociëteit benut. In 1843 werd het
aangrenzende huis door de toenmalige koffiehuishouder, Adriaan de Looze, bij
het gebouw getrokken, waardoor de bovenzaal in omvang bijna werd ver
dubbeld.
Eind december 1855 werd het 'Concordia'-pand publiek verkocht. Het kwam in
gebruik als particuliere woning en als kantoorruimte voor de bewaarder der
hypotheken en van het kadaster. De sociëteit verhuisde in 1855 dus noodge
dwongen. In zijn bovenvermelde publikatie wijst De Vos "het gebouw op de
Oude Haven" aan als het nieuwe onderdak. Daarmee bedoelt hij ongetwijfeld
het pand dat later als 'Mondragon' bekendheid verwierf. In 1855 was het gebouw
in handen van de familie Cau. In 1857 verkochten de erfgenamen van Cornelis
Anthonie Cau het pand aan N.V. 'De Eendragt'. Deze liet het gebouw gedeeltelijk
afbreken en in 1858 herbouwen. Elf jaar later werd het na een brand nog eens
herbouwd. De sociëteit huurde dus waarschijnlijk eerst van de familie Cau ruimte
in het huis en na de eerste verbouwing een of meer lokaliteiten van 'De
Eendragt'. In 1898 verzocht het sociëteitbestuur toekenning van een vergunning
voor de verkoop van sterke drank in drie lokaliteiten in het gebouw van de N.V.
'De Eendragt' en in het sociëteitslokaal 'Parklust', dat aan de Wandeling stond.
De sociëteit kon in de periode dat zij huurster was van ruimte van 'De Eendragt'
dus duidelijk over meer dan één lokaal beschikken.
De 'Heerensociëteit' aan de
Oude Haven noordzijde in 1902.
(Collectie Gemeentearch ief
Schouwen-Duiveland, Zierikzee).
74