Drie vertrekkende gezinnen en een alleengaande zijn afkomstig uit een familie. De eerste die Renesse verliet was Klaas Hodde. Hij ging alleen, was 18 jaar en vertrok op 31 juli 1905. Zijn broer Bartel Hodde ging een paar weken later samen met zijn vrouw en kind. Zijn beroep was veldarbeider. Hun moeder, Elisabeth Hodde-Geleijnse, die weduwe was vertrok op 12 april 1906 samen met drie kin deren. Ze was toen al 63 jaar en gaf als beroep arbeidster op. Haar kinderen waren veldarbeider, tuinder en arbeidster. Zij vertrokken op dezelfde datum als een andere dochter van de weduwe. Deze dochter, Tannetje Hodde, was getrouwd met Marinus Knape en hun beroepen waren veldarbeider en dienst bode. Helaas werd er geen specifieke bestemming opgegeven, zodat we alleen maar kunnen gissen of deze hele familie naar dezelfde plaats ging. Van de 31 emigranten vertrokken er 13 die verbanden of connecties met anderen hadden. En als we de hoofden en alleengaanden bezien komen we tot zes die wel en zes die geen connecties hebben, dus 50 Na de medische keuring mochten de emigranten per spoor verder het land intrekken. (Collectie Roosevelt Study Center Middelburg.) 95

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2002 | | pagina 97