het Sint pieters of vissersgilde De oudste beroepsvereniging van Zierikzeese vissers door dr. Adri P. van Vliet Inleiding Gelijktijdig met de opkomst van de steden in Vlaanderen, Zeeland en Holland ontstonden de gilden. Een gilde was een soort beroepsvereniging van personen die een gemeenschappelijk doel nastreefden en die meestal een zelfde beroep uitoefenden. De oudste gilden dateerden uit de vroege middeleeuwen. Het waren verenigingen waarvan de leden gezamenlijke maaltijden en drinkpartijen hielden. Oorspronkelijk gingen deze bijeenkomsten gepaard met allerlei heiden se rituelen, die later vervangen werden door christelijke, religieuze handelingen en uitingen van liefdadigheid ter ere van de patroonheilige van het gilde of ter nagedachtenis van een overleden gildenbroeder. De bloeiperiode van de gilden lag in de Nederlanden tussen 1500 en 1650. Door de tijd heen hebben de gilden zich aangepast aan nieuwe religieuze, economische, sociale en politieke ont wikkelingen. Er ontstonden vier varianten: de koopmansgilden, de culturele gil den van kunstschilders, dichters en toneelspelers, de schuttersgilden en de ambachtsgilden. De ambachtsgilden waren verenigingen van handwerkers van een zelfde beroep of van aanverwante beroepen. Zij kregen van de stedelijke overheden het mono polie 0111 hun bedrijf uit te oefenen. Het doel was het beheersen van de plaatse lijke afzet- en arbeidsmarkt, belangenbehartiging en bescherming van de belan gen van de consument door het afgeven van kwaliteitsgaranties. De ambachtsgilden regelden de beroepsactiviteiten van hun leden. In de ambachts gilden ontstond een zekere beroepshiërarchie. De leerjongen stond onder aan de ladder. Na zijn opleiding werd hij gezel, dat wil zeggen een geschoold arbeider die tegen een vast loon voor een meester werkte. Sommige gezellen die over enig kapitaal beschikten, konden zich opwerken tot meester. Na de vervaardiging van een proefstuk, het zogenoemde meesterwerk, en tegen betaling van een toegangsrecht mochten zij zich meester noemen. De meesters waren de belang rijkste leden van een ambachtsgilde. De economische activiteiten van de ambachtslieden waren onderworpen aan strikte gildenbepalingen die door de stadsbesturen in een gildenbrief werden bekrachtigd. Een gilde had niet alleen een economische betekenis. Gezelligheid speelde ook een rol. De leden kwamen daarvoor bijeen in hun gildenhuis. Daarnaast hadden de gilden een sociale functie. Weduwen en wezen van overleden gildenbroeders werden financieel geholpen, evenals zieke en oude leden. Rond de naamdag van de eigen schutspatroon werden grootschalige festiviteiten georganiseerd. In veel Vlaamse, Zeeuwse en Hollandse steden speelden de ambachtsgilden een actieve politieke rol. Wel trachtten de gewestelijke overheden in de loop van cle zeventiende eeuw hieraan paal en perk te stellen. Pas door toedoen van de Franse Revolutie was de rol van de gilden definitief uitgespeeld. Al vanaf de middeleeuwen waren in de meeste Zeeuwse steden ambachtslieden, winkeliers en kooplieden in gilden georganiseerd. Zierikzee bezat rond het mid den van de vijftiende eeuw zon veertig ambachtsgilden. De bekendste gilden waren het timmerliedengilden met Sint-Jozef, het schippersgilde met Sint-Anna, 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2002 | | pagina 27