is door de meeste aannemers niet begrepen. In de stenen schoorsteen moesten sleuven gemaakt worden waarin de houten constructie een tijdelijke verankering kon vinden zodat het hout goed uit kon werken. Hoe dit precies gedaan moest worden, stond niet duidelijk in de bouwinstructie. Daar werd in de meeste gevallen de meest opvallende bouwfout gemaakt; de verankering werd direct blijvend gemaakt. Het hout begon te wrikken en te werken en de huizen hingen zich als het ware aan de schoorsteen op. In veel woningen is dit met name op de tweede verdieping en de zolder goed te zien. Soms liep de fout zo erg uit de hand dat het dak weer gelicht moest worden en de hele constructie opnieuw gesteld moest worden. En dat terwijl de bewoners er al woonden! Klachten na de oplevering Na verloop van tijd bleek er behoorlijk wat mis te zijn, de bewoners klaagden steen en been, bijvoorbeeld over: de verf die van de deuren bladderde, omdat die geschilderd waren toen het hout nog vochtig was. Op Schouwen-Duiveland kwam deze klacht minder voor aangezien de aannemers de huizen eerst droog stookten. Het krimpen van deurstijlen en panelen deed de verf barsten, maar er werd beloofd dat dit na een paar jaar, als het hout uitgewerkt was, overgeschil derd zou worden. Op de houten aanrechtbladen was eterniet geschroefd, ook dit hout was nog niet 'uitgewerkt'. Hierdoor gingen de aanrechtbladen bol staan en ontstond er lekkage in de aanrechtkastjes. De buitenwanden lieten regen door, ondanks de dubbele wanclconstructie. De regen kwam door de buitenmantel en de binnenmantel werd van vocht doortrokken. Er was vergeten isolatiemateriaal tussen de buiten- en binnenmantel te doen, juist aan de kant waar de meeste slagregens het huis teisterden. De reparaties kwamen voor rekening van de aan nemers. Na enige tijd bleek dat in sommige plaatsen, waaronder Nieuw-Vossemeer, alle woningen dezelfde buitendeursleutels hadden. De bewoners kwamen er bij toeval achter toen een feestvierder voor het verkeerde bed in de verkeerde slaapkamer stond, hij was een deur te ver! De bewoners gingen de sleutels bij elkaar uitpro beren en toen bleek dat iedereen bij elkaar in en uit kon lopen. Een veel gehoorde klacht was dat de mensen bij het betrekken van de woning het idee kregen in een boerenschuur beland te zijn. De grove horizontale plan ken of de kale schrootjes strookten in clie tijd niet met het Hollandse begrip van gezelligheid. Van buiten buitenlands was geen probleem, maar van binnen moest het toch Hollands kunnen zijn. De gemeenten gingen aan de slag met hard- of zachtboardplaten en zo konden de bewoners hun geliefde behangetje gaan plak ken. Ook daarop was een enkele uitzondering. Een professor die jaren lang in Zweden had gewoond vertelde dat hij dol was op de ruwhouten wanden. In zijn rookstoel deed hij na gedane arbeid zijn ogen dicht en rook het lekkere grenen hout en zag hij in zijn dagdromen de wilde dieren door de bossen rennen in zijn Noorse huis in Nederland! 104

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 106