Enkel oog voor de preek Elke zondagmorgen was de plaatselijke Hervormde predikant - ds. M.G. Westerhof - gewend zijn uitgeschreven preek nogmaals door te nemen. Daartoe stond hij voor dag en dauw op om zich in de dan nog stille pastorie op de studeerkamer terug te trekken. Gewapend met de pen zat hij ook nu aan zijn bureau. Hier en daar voegde hij nog een woordje toe in de marge, elders streepte hij een zinsnede door. Later zou hij opmerken dat hij geheel onkundig was gebleven, van wat er die vroege morgen allemaal gebeurde. Zijn enige zorg op dat moment was, vanaf de kansel het Woord zo toegankelijk mogelijk te brengen. De hevige storm belette echter dat het aanhoudend klokgelui tot hem kon doordringen. Ook al woonde hij halverwege de Kerkstraat, hemelsbreed slechts enkele honderden meters van de dorpsring. Blijkbaar was hij zo geconcentreerd bezig, dat hij zelfs de passanten die aan zijn raam voorbijgingen, niet eens opmerkte. (2) Op onderzoek in de Weststraat Met het oog op de zondagse kerkgang bij de Gereformeerde Gemeente, was het al vroeg melkenstijd voor de familie Jacobus Folmer aan de Weststraat. Omdat hun boerderij op een zeer laag gedeelte stond, kwam daar al snel het water. Van melken kon niets meer komen. Veiligheidshalve werden de koeien losgemaakt. Om diezelfde tijd besloot Van der Have zijn woning aan de Zuidring te verlaten om eens poolshoogte te nemen in de Weststraat. Die was aan weerszijden bebouwd met huizen en verder - op de wat lagere gedeelten - opnieuw woningen en enkele 'boerenspulletjes'. Deze straat fungeert deels als oprit naar de hoger gelegen dorpsring. Hij liep door tot aan boerderij 'd' Eerste Heule'. Hij schrok! De sloten stonden boordevol water! Sneller dan verwacht nam het ook bezit van de Weststraat. Reden om direct terug te gaan. Hij zag hoe Jacobus Folmer - in het licht van een brandende lantaarn in z'n schuur - een paard naar een wat hoger gedeelte van het dorp, probeerde te brengen. Tot zijn achterblijvend gezin had deze gezegd: 'Doe de spullen ma nae boove, dan kommen m'n trek wl t'rug om mee t' èllepen. In dan wachten m'n ma af'. Samen met zijn zonen Joost en Giljam, bracht hij de koeien naar de hoger gelegen dorpskom. 'Joost bluuf bie de koeien!' (3) Terugkerend zag Van der Have hoe plotseling met veel geraas, een muur van water uit de Boumanstraat kwam aanrollen. Wel 70 cm. hoog! Ook landbou wer Kees Jan Kleemans en diens echtgenote Jaantje Kleemans-van de Vrie - woonachtig in diezelfde straat - waren daar getuige van. Kleemans had de afgelopen nacht maar weinig slaap gehad. Terwijl in het nabije - onlangs in gebruik genomen - verenigingsgebouw de mandolinevereniging haar jaarlijkse uitvoering hield, was men zelf vroeg naar bed gegaan. Ruw werd hij om streeks 4.00 uur gewekt door de brandbek Hij was lid van de vrijwillige brand weer. Min of meer tegen zijn zin, verliet hij haastig zijn slapend gezin. Per brandweerwagen ging het richting Galgenweg om assistentie te verlenen bij een kapotte sluis. Daar restte weinig anders meer dan slapende polderbe woners te alarmeren voor het naderende water. Terwijl de brandweer dieper de polder introk, had hij afgehaakt. Met reden, want Jaantje kon elk moment bevallen! Bovendien was daar ook nog hun bijna driejarig zoontje Martin! Zo keerde hij in de vliegende storm naar het dorp terug. Thuisgekomen liep hij linea recta naar de Zuidring naar huisarts E.E. Vleugels Schutter. Beiden kwamen net op tijd aan. Zij is toen bevallen van opnieuw een zoontje. Na ver- 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 11