samenhangt had zijn brede interesse. In 1934 was hij medeoprichter Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN), afdeling Schouwen-Duiveland. In 1949 stond hij aan de wieg van de Vogelwacht Schouwen-Duiveland. De februariramp van 1953 werd, ondanks het feit dat hij samen met zijn huisgenoten gespaard bleef, toch een persoonlijk drama. Zijn uitgebreide natuurbibliotheek en zijn grote verzameling zwart-wit foto's en negatieven gingen verloren. Hij verzorgde vele dialezingen over de flora en fauna op Schouwen-Duiveland. Viergever overleed 24 maart 1983 in zijn geboorteplaats Serooskerke. In een In Memoriam schreef de toenmalige voorzitter van de Natuur en Vogelwacht, Frans Jansen: "Zoals de ganzen is hij vertrokken. Opeens was hij er niet meer. Ver weg, om niet meer terug te keren. Jacob Viergever, markant en uniek, met niemand te vergelijken". In zijn artikel schetst hij de fatale invloed van het zoute water met name op de flora. Hoe slechts een enkele plant hiertegen bestand was. Aan de snelle ontwikkeling van pokken, mossels, wieren en derge lijke besteedde hij ruime aandacht. Jacob Viergever. (Coll. T. W. Rosmolen). J. Klornpe: Het Waterschap Schouwen Jan Klompe werd op 22 december 1991 te Serooskerke (Schouwen) geboren, waar hij landbouwer was op de hofstede Welgelegen. Van 1946 tot 1959 was hij dijkgraaf van het waterschap Schouwen. Klompe was een doortastend man, uit nemend op de hoogte van de toestand van zijn' polder en van waterschapszaken in het algemeen. Onder zijn leiding werd een begin gemaakt met de ruilverkave ling (plan Breeman). De ramp veegde dit plan van tafel. Energiek nam hij deel aan de wederopbouw, de herverkaveling en de voorbereiding tot de samenvoeging van polders. Groot was zijn ergernis over dé overheersende macht van Rijkswater staat bij het herstel na de watersnood. Hij was een sterk tegenstander van de aanleg van een dijk, die de polder Schouwen in tweeën zou delen. (Delingsdijk tussen Serooskerke en Brouwershaven). Klompe was lange tijd wethouder en waarnemend burgemeester van Serooskerke. Hij overleed op 25 januari 1972. In zijn betoog wijst hij de polderbesturen, ondanks de bemoeienis van Rijkswaterstaat, op hun verant woordelijkheid ten aanzien van het veiligstellen van de hoofdwaterkeringen. J. Klompe. (Coll. C.A. Klompe). 118

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 120