van oorsprong Zeeuwse beeldhouwer F. H. Hoevenagel uit Oosterbeek bereid gratis een ontwerp te maken. Het betreft zijn persoonlijke bijdrage aan het getrof fen dorp Dreischor. De kunstenaar geeft de voorkeur aan een gestileerde vorm geving. De Dreisterse raad kan zich vinden in het ontwerp van een zonnebloem met enkele afgeknakte stengels, weergegeven op een gedenksteen van donker groen cyeniet. Als voorwaarde geldt wel dat alle namen van de rampslachtoffers een plekje krijgen op de achterkant van de steen. Een eenvoudige vermelding van de naam met voorletters, zonder ouderdom of geboortedatum volstaat, vinden de plaatselijke autoriteiten. Het comité van het rampmonument in Dreischor laat directeur der plantsoenen G. Gerlach in de gemeente Renkum weten het voorgestelde lettertype 'zeer fraai te vinden. De keuze van de tekst laat het comité graag over aan de kunstenaar. Hij wordt voldoende bekend geacht met hetgeen de bevolking van Dreischor met dit monument voor ogen heeft. 'Met het oog op de ruimt everdeling kunt u beter zelf bepalen welke tekst het meest gewenst is.' Aldus bieden de comité leden de kunstenaar de vrije hand. Wellicht zouden velen anno nu de symboliek van de zonnebloem met afge knakte stengels, gehavend maar nog steeds bloeiend, voor zichzelf laten spreken. Hoevenagel denkt daar blijkbaar anders over vijftig jaar geleden. Hij kiest ervoor zijn bedoeling nog eens extra te benadrukken met de regels: 'Gezin, gemeente, wreed verminkt. De levensroep nochtans weerklinkt' De collecte onder de bevolking heeft inmiddels 1.572 gulden opgebracht. Steen houwerij Van Tetterode uit Amsterdam-Oost zal het monument volgens het ont werp van de kunstenaar uitvoeren. Inclusief het aanbrengen van de namen van de rampslachtoffers worden de totale kosten begroot op 1.200 gulden. De Eerste Zierikzeesche Machinale Steenhouwerij Chr. C. Timmermans voelt zich duidelijk achtergesteld en schrijft het Dreisterse gemeentebestuur in een brief van 29 oktober 1953 het 'jammer' te vinden blijkbaar niet in aanmerking te komen voor levering van de grafgedenksteen. En dat terwijl de firma Timmermans toch wel betrokken is geweest bij de restauratie van het stadhuis in Brouwershaven en daar veel waardering voor heeft gekregen. De vroede vaderen van Dreischor maken er weinig of geen woorden aan vuil. Een officieel antwoord op deze brief is in elk geval niet terug te vinden in de archieven. Aan de onthulling van de gedenksteen op maandagmiddag 1 februari 1954 gaat een dienst in de Hervormde Kerk vooraf. De plaatselijke predikant G. E. Huizing gaat voor en het kerkkoor zingt het lied 'Middernacht'. Burgemeester Vermeulen van Dreischor blikt terug op het afgelopen jaar en memoreert het diepe leed en de verliezen als gevolg van die vreselijke rampnacht waarin de woedende zee zijn verwoestingen aanrichtte. Hij staat ook stil bij de indrukwekkende opofferings gezindheid. 'Dankbaar gedenken wij wat het Koninklijk Huis, de Landsregering, het Provinciaal Bestuur, het Rode Kruis, de ingezetenen van binnen- en buiten land en onze adoptie-gemeenten hebben gedaan en nog doen', aldus Vermeulen. Ook hij omschrijft het rampmonument als 'erezaak van de bevolking'. De gedenksteen dient het hartelijk medeleven met de getroffen families in Dreischor tot uiting te brengen en geldt tevens als symbool van dank van de overlevenden dat zij voor dit lot gespaard zijn gebleven. Vermeulen prijst beeldhouwer Hoevenagel voor de wijze waarop hij met een aangetaste zonnebloem heeft gesymboliseerd hoe het leven in een bloeiende gemeente als Dreischor plots door storm en water wreed werd verminkt. In de 129

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 131