IK MEMORIAM
j.k.bakkeb-v.p. houten
- c, v beveben
th. v. be veren-v.s trien
M. V.BEVEREN
j. V.BEVEBEN-
v.nieuwenhuize
h, blankest
s. blankebt-verton
a. d.boer
c. d boer-d.ruuter
l. v.d.boocerd-d.craaf
a. m. boot-v.d.stolpe
l. coumou
j. v.doncen-bil
a. j. fondse
c. j. fondse-ruytenburc
p. h. fondse
h. c. cilden
i'l- hillebrand
hillebrand-v.d.hoen
C. HUlCE
J-C.JANSE
A. MATTHUSSE
a. matthusse-v.p.meer
j- j. rincelberc
i t> ruuter
tencevolce
tibi ce "aterS«°od
f J Februari 1953
Het rampgedenkteken op de algemene
begraafplaats in Zierikzee
(foto: Dirk-Jan Gjeltema).
Een voorlopig comité tot oprichting van een rampmonument heeft zich ingespan
nen binnen zeer korte tijd de gedenksteen nog net voor die cruciale datum van
1 februari tien jaar na de ramp gereed te hebben. Voor de totstandkoming van
dat rampmonument zal veel meer tijd nodig zijn. Het voorlopig comité wordt
gevormd door P. Heering, L. H. A. de Jonge, A. L. van Geesbergen, mr. C. J. B.
du Croo, A. M. den Boer, M. de Moor en M. J. Bij de Vaate. Later zijn daar nog B. W.
Schot en mevrouw J. Asma-Broere tot toegetreden.
'Een eerste ereplicht van de levenden tegenover de doden vormt het plaatsen van
een gedenkteken ter hunner nagedachtenis', zegt voorzitter Heering van het
comité voorafgaand aan de onthulling van de zuil. Een wat navrante uitspraak
voor wie bedenkt dat het tien jaar heeft geduurd voordat de gedenkzuil er kwam.
Er ligt sneeuw op de graven op die eerste februari 1963- Dagelijks gemeentebe
stuur, de geestelijkheid, nabestaanden van de rampslachtoffers en overige belang
stellenden komen voorafgaand aan de onthulling bijeen in de aula van de
begraafplaats. Heering memoreert de smartelijke taferelen die zich tijdens de
watersnoodramp hebben voorgedaan. Ook spreekt hij over de grote droefheid
die de rampellende teweeg heeft gebracht. Als troost stelt hij daar tegenover 'het
grote hartverwarmende gevoel van saamhorigheid en de grote dankbaarheid
toen de dichtingen der dijken een feit waren'.
De voorzitter van het monumentencomité draagt de gedenkzuil bij deze plechtig
heid over aan burgemeester mr. F. Th. Dijckmeester in het vertrouwen dat het
136