1953 op tot 'hulpverlening in gecoördineerd verband'. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) deed in haar huisorgaan 'De Nederlandse Gemeente' van 6 februari 1953, een aanbod om behulpzaam te zijn bij de adoptie van gemeenten in het rampgebied, door vraag en aanbod te coördineren. De VNG stelde voor reeds bestaande en ontstane relaties te respecteren, maar wel tot een enigszins gebiedsgewijze indeling te komen. Gesteld werd dat alle gemeenten op Schouwen- Duiveland in algemene zin (complementaire) hulp zullen ontvangen van Amsterdam en daarnaast van de provincie Overijssel. Dat de VNG-coördinatie werkte, bleek onder meer uit het feit dat het Overijsselse Almelo - overeenkomstig de eigen wens - gekoppeld werd aan de stad Zierikzee. De VNG-coördinatie leverde ook allerlei hulpgoederen op, vooral uit het buitenland, zoals schrijfmachines en tel machines van een bedrijf uit Zweden, maar bijvoorbeeld ook een aantal specifiek 'aan de Nederlandse woonzeden' aangepaste houten huizen voornamelijk uit Skandinavië, ter vervanging van totaal verwoeste woningen van mensen. Voor de internationale hulpverlening vervulde de VNG een makelaarsrol en tege lijk probeerde men die vanaf het centrale niveau zo goed mogelijk voor de betrokken gemeenten te coördineren. Voor Zierikzee werd bijvoorbeeld bemid deld tussen Hays (Kansas, USA) en Danville (Ohio, USA) en dat leverde geld en hulpgoederen op. Deze contacten waren uitsluitend schriftelijk, redelijk formeel en in alle gevallen éénmalig. Veel langduriger en duurzamere contacten zijn ont staan met Saint-Hilaire-du-Harcouët in Frankrijk en Hatfield in Engeland. Deze contacten zijn voor een belangrijk deel ook via de VNG tot stand gekomen, doch daarna vooral door de gemeenten zelf verder ontwikkeld en uitgebouwd. De Watersnood en de noodsituatie waarin ook Zierikzee verkeerde, is met betrek king tot deze plaatsen minstens de aanleiding geweest tot directe contacten in het kader van hulpverlening, maar van daaruit voor 'meer'! Saint-Hilaire-du-Harcouët Uit het geraadpleegde bronnenmateriaal over het ontstaan van de jumelage tussen Zierikzee en Saint-Hilaire, wordt duidelijk dat hiervoor twee sporen te onderscheiden zijn. Eén spoor dat op zich niets met de Watersnoodramp van doen had en een tweede spoor dat daar alles mee te maken had. Voor het eerste spoor moeten we kijken naar het tijdsbeeld van de jaren rond 1953- De Tweede Wereldoorlog was betrekkelijk kort geleden geëindigd en men was volop bezig om te bouwen aan een wereld waarin zoiets vreselijks nooit meer zou kunnen en mogen gebeuren. Vanuit de Verenigde Staten van Amerika, maar vooral ook in Europa zelf. Het waren de jaren waarin de zogenoemde Europese gedachte werd ontwikkeld en steeds meer aanhangers kreeg. Bouwen en werken aan één Europa door samenwerking op allerlei terreinen, te beginnen bij de economie (EGKS). Mensen en volken zouden daardoor elkaar leren ken nen en waarderen, ook op bijvoorbeeld sociaal en cultureel gebied. Dat zou (moeten) leiden tot verbroedering tussen landen en volken, tussen regio's en tus sen dorpen en steden, tussen mensen! Daarmee en daardoor zou de basis wor den gelegd voor een duurzame vrede... Eén van de uitvloeisels van dit alles was het ontstaan van de Raad van Europa, opgericht om met name de ideëele doelstellingen van de Europese éénwording uit te dragen en te ontwikkelen. Deze Raad gaf een blad uit met als titel Bulletin de l'Association Frangaisepour le Conseil des Communes d' Europe. De gemeente secretaris van de plaats Saint-Hilaire-du-Harcouët in het Normandische département 144

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 146