Koeien tussen kolenhok en bakfiets Ondertussen werd het later. Op Zuidring 282 A rees het deeg. Broodbakken vraagt nu eenmaal de nodige tijd. Op het dorp werd het inmiddels drukker, daar vanuit de polders met het water, ook de mensen de dorpsterp bereikten... Iemand - afkomstig van een lager gelegen boerderij - liep de bakkerij binnen met het verzoek of er niet een paar koeien in de garage konden worden onder gebracht. Ze kregen een plek tussen het kolenhok en de bakfiets. Het waren er maar liefst acht. Tenslotte stond de Zuidring al blank. Als vanzelfsprekend sijpelde het water ook onder de deur de bakkerij binnen. Gelijktijdig liep met een geweldig geklater de kelder vol. Even later meldde zich de verloofde van Janna Hoogerland. Hij vroeg of Janna zich misschien hier bevond. Op van de zenuwen vernam hij dat dit niet het geval was. Hij kon onmogelijk meer naar haar toe. Het water stond al zo hoog in de Weststraat! Eer hij verder ging, was hij zo goed om de koeien alsnog vast te binden. De dieren begonnen onrustig te worden nu het water ook hen bereikt had. Per kano langs de 'Kikkerbuurt' Ook aan de oostzijde van het dorp, aan de Provinciale Straatweg, was alles ondergelopen. De buurt tegenover het kerkgebouw van de Gereformeerde Kerk, bestond uit hoofdzakelijk lage arbeiderswoningen. In de volksmond werd deze omgeving de 'Kikkerbuurt' genoemd. In verschillende blokken stonden ze - omgeven door hun tuintjes, afgescheiden van de weg door een slootje - 'an de Straetpad'. Ook hier speelde de herinnering aan de weinig bedreigende inundatie van 1944, velen parten. Niemand besefte dat er zich een ramp bezig was te vol trekken. Men trok zich veiligheidshalve terug op zolder. Vanuit huize Kesteloo - de smidswoning op 'De Hoogte' - zag men hoe het water onstuitbaar steeg. Ook de omstanders zagen dat en er werden reddingsplannen beraamd. Staande voor huize Kesteloo besloot men - met hulp van timmermans knecht Jaap Koster - gebruik te maken van het hout uit de timmermanswinkel van Leen Tieleman. Aanvankelijk deed men dat met grote tegenzin, daar het zonder fiat van de eigenaar plaatsvond. Het deed aan als een publieke inbraak. Van planken werden twee vlotten gemaakt om die zo snel mogelijk in te zetten. De huisjes aan 'de Straetpad' liepen inmiddels groot gevaar. Wim Kesteloo realiseerde zich op dat moment, hoe hij destijds '...als kleine jongen...al vaak over de balken bij (houtzagerij) Pantus, dan over het muurtje van (bakker) Clarisse en via het pishok van de oude werkplaats van Tieleman tot tegenover de slager De Graaf had gelopen'. Die ervaring bleek nu zeer welkom, want de muurtjes staken nog boven het water uit. De zonen van de slager bezaten namelijk een heuse kano. Terwijl de familie boven voor het raam zat, vroeg Wim of hij die mocht gebruiken. Daarop stak hij - met het snel stromende water inmiddels tot aan de borst - de Poststraat over naar het slagers erf, waar onder een afdakje de kano zich bevond. Kazen, soep en caramels Omstreeks 10.30 uur was het brood eindelijk gebakken. Met de laarzen aan is het uit de oven gehaald. 'Er stonden al mensen te wachten en sommigen namen het hete brood zo meteen mee', aldus vader. Het water steeg nu snel. Het over gebleven brood schoof hij op de hoogste broodrekken. Daarna hielp hij moeder met het nodige naar boven te brengen. Daarmee nog doende, passeerde een 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 14