contacten verder verbreed en verdiept en er groeide een stevige band. Geen jumelagewant dat was een Franse uitvinding maar een twinning, zoals men dat in Engeland noemde. Op het oog en voor het gevoel ging het om hetzelfde, maar later zou blijken dat het in de nuance toch niet helemaal hetzelfde was. Een twinning is iets tussen twee entiteiten en daar kunnen geen derden bij. Een jumelage kent geen limiet aan degenen die daarbij betrokken kunnen zijn c.q. worden. Het is deze nuance die als verklaring kan dienen voor het feit dat het - ondanks intensieve pogingen daartoe in de jaren 1957 tot 1962 - niet wilde luk ken om de drie plaatsen met elkaar te laten verbroederen. Vooral Hatfield heeft dit altijd afgewezen, omdat men vreesde dat dit ten koste zou gaan van de goede contacten die er (bilateraal) tussen de twins Zierikzee en Hatfield waren. Of, zoals toenmalige Clark, of the Council, Mr. Jago, het in I960 uitdrukte: Nothing should be done to impair that relationship!" Eerder werd al gesteld dat, in tegenstelling tot de jumelage met Saint-Hilaire, de twinning tussen Hatfield en Zierikzee nooit officieel bekrachtigd is door een ver drag of iets dergelijks. In het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw, waren de banden echter zo innig geworden, dat uit alles duidelijk werd dat men uit was op een vriendschapsband die met het begrip twinninggetypeerd kan worden. De relatie tussen beide plaatsen was de vrijblijvendheid voorbij. Een 'bewijs' daarvoor kan worden gevonden in de setting en sfeer rondom en tijdens de officiële ontvangst van een Zierikzeese delegatie, wederom in een speciale vergadering van de Rural District Council of Hatfield, op 31 oktober 1961. Een soort reprise van 30 april 1954, maar met veel diepere intenties. Bij deze bijzon dere gelegenheid werd de vriendschap tussen beide plaatsen duurzaam en letter lijk bezegeld in een motie, die unaniem door de raad werd aangenomen. De tekst van de motie luidde als volgt: {..\lhat the Council is honoured by the pre sence at this meeting of Mr. Frans Theodoor Dijckmeester, Burgomaster of Zierikzee, accompanied by the Town Clerk, Aldermen and Members of the Municipal Council of Zierikzee and their ladies, and extends to them a very warm welcome and friendship."4 Deze motie behoort - voorzien van officiële lakzegels - tot het dossier over de twinning met Hatfield, dat in Zierikzee wordt bewaard. Hoewel de tekst van de motie dat niet zo krachtig uitdrukt, is zij vastgesteld op een moment dat uit alles bleek, dat de twinning zich op een hoogtepunt bevond: de contacten waren inniger dan 'ever before or afteri. Dat bleek uit alles en daarom vind ik dit moment als 'signaal' om de start van een echte en duurzame relatie te markeren, krachtiger dan de formele situatie en sfeer die in 1954 nog bestond. Toen waren de contacten toch sterk gebaseerd op de adoptie, waarbij het accent lag op het verlenen van hulp in de toen heersende nood. In 1962 was er veel duidelijker sprake van een sfeer van verbroedering en vriendschap en daardoor hadden din gen een ander doel en een andere inhoud, dan in het geval van de adoptie. Mede daarom vind ik persoonlijk dit moment beter geschikt als markering van de start van de twinning tussen Hatfield en Zierikzee. Ook doet dit meer recht aan de constatering, dat in de relatie met Hatfield veel later het accent op de verbroe dering is komen te liggen, dan in het geval van Saint-Hilaire-du-Harcouët. Tot op heden Zowel de jumelage met Saint-Hilaire, als de twinning met Hatfield bestaan nog steeds, al hebben zij wel hun glans verloren. De jaren zestig van de vorige eeuw 155

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 157