kunnen worden beschouwd als een periode waarin de internationale contacten van de stad Zierikzee met de zustersteden in Engeland en Frankrijk zich op een hoogtepunt bevonden. In de zeventiger jaren is een proces van verkoeling inge treden, dat zich in de laatste twee decennia van het bestaan van de zelfstandige gemeente Zierikzee heeft voortgezet. In de gemeenteraad werd door de grootst mogelijke minderheid steeds openlijker getwijfeld aan nut en noodzaak van deze internationale contacten en dan met name vanwege de overigens altijd beschei den, financiële middelen, waarmee voor dit doel de begroting moest worden belast. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat dit niet gold voor de jaarlijkse jeugd uitwisselingen, maar vooral voor de in die dagen redelijk frequente officiële bezoeken over en weer en de financiële ondersteuning van uitwisselingsbezoe- ken van verenigingen en organisaties. Overigens is de vraag gerechtvaardigd of geld de ware reden was voor de tegenstanders om zo terughoudend te zijn. Het is goed voorstelbaar dat de echte weerstanden meer zaten in taalproblemen en cultuurverschillen, dan in het geld. Officiële ontvangst van een delegatie uit Hatfield in de Trouwzaal van het stadhuis van Zierikzee. (geen datum, maar in elk geval van na 1971), foto K. de Feijter. V.l.n.r. Councillor F. Clayton,..., Chairman of the Council B. Storey, burgemeester Th. H. de Meester van Zierikzee, Clark of the Council L. Asquith en wethouder H. Asma van Zierikzee. (Coll. Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Zierikzee). In de jaren tachtig mondden de discussies uit in een compromis, dat tot aan de gemeentelijke herindeling van Schouwen-Duiveland stand heeft gehouden: officiële uitwisselingen één keer per zittingsperiode van de gemeenteraad met beide steden 'hier' of 'daar', jeugduitwisselingen jaarlijks! Zowel in Frankrijk als in Engeland werd dit compromis niet met vreugde begroet en de terughoudendheid met be trekking tot de officiële contacten werd daar zeker niet begrepen! 156

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 158