Vanuit de Stekelstraat zicht op 'Klöötendieke'
Onder het rode pannendak van het bakkerijpand aan de Zuidring, wachtten mijn
ouders angstig af. Ook hier werd uitgekeken naar de eb, die echter uitbleef. Het
stijgende water begon hen nu ook bang te maken. Zoals op de meeste adressen,
werd overgegaan tot voorbede om uitkomst. Vader opperde: 'Zou de wèreld dan
toch deu waeter verhae?' Hij dacht aan een herhaling van de zondvloed. Moeder
kon dat niet geloven. Wel had ze inmiddels haar twijfels aangaande het lot van
haar vader en tante. Eigenlijk rekende ze er niet meer op hen ooit nog levend
weer te zien. Via het trapgat werd de waterspiegel in de gaten gehouden.
Traptrede na traptrede diende die zich dreigend aan.
Dobberend als op zee
Het alsmaar stijgende en snelstromende water had halverwege de middag in de
nabije Weststraat zijn verwoestend werk gedaan. De meeste woningen en boer
derijtjes waren ten onder gegaan. Een aantal bewoners kon zich ternauwernood
redden, maar velen raakten te water en verdronken. Ook de voltallige familie
Hoogerland - waaronder de bedlegerige moeder en de dochters Janna en Laurina.
Alleen het in de volksmond bekende boerderijtje "t beton 'uus', vormde een
baken in zee aan deze, en aan gene zijde nog twee burgerwoningen. De boerderij
van Hubrecht de Valk en schuin daarnaast de woning van Kees Jan Kleemans,
aan de Boumanstraat, hielden stand. Zij stonden niet zo erg ver van de glooiende
helling van de dorpsterp. Gaandeweg ontstond er een geweldig trekgat tussen de
Weststraat en de Boumanstraat. Hier bereikten de waterstromen uit de dijkgaten
van Ouwerkerk en Stevensluis, elkaar. In het begin van de middag was er
opnieuw sprake van een vloedgolf. Men zag hoe omstreeks 14.00 uur de familie
Jacobus Folmer door het dakraam naar buiten kwam. Het water stond toen al
17