Zicht op de Bouwmanstraat. Links de boerdeij van Hubrecht de Valk. Rechts het (zwaar beschadigde)
verenigingsgebouw waar de uitvoering van de mandoline- en mondharmonicaclub plaats vond
Even later dreef Kees Jan - met dicht tegen zich aangedrukt onder zijn jas, de
kleine Martin - de onwerkelijke namiddag in. Door de vroege schemering ging
die al kort daarop over in de nacht.
Uiteindelijk mocht ook Kleemans diezelfde locatie bereiken als de familie Folmer.
In het volslagen duister werden zij oorgetuige van het tevergeefs om hulp
schreeuwen van dorpsgenoten. Ook het in elkaar stoiten van huizen vernamen
zij. Naast de gierende wind, het kolkend watergebmis, het ongemak van de
vrieskou en de regelmatig vallende hagel, beleefde men die nacht als verder
opmerkelijk stil... Door intense uitputting bleven zij verder verdoofd voor al het
andere om hen heen. Van één ding waren zij doordrongen, dat het enkel zee
was rondom Nieuwerkerk.
Hoe hulp te laat kwam
In huize Meidoornstraat 4 bleef halverwege die zondagmiddag het water stijgen.
De heer De Jonge en diens zuster Kuintje, bevonden zich in de voorkamer op de
eerste etage, hoewel het aan de achterkant van de woning veiliger was.
Inmiddels stond er al te veel water op zolder om zich nog doeltreffend te kunnen
verplaatsen. De Tielemans braken zich een toegang door het dak. Heel moei
zaam ging dat - ook toen zij op de tast - besloten tot een gat in de vlieringvloer.
Ter hoogte van de overloop was dan wel een luik, maar de verblijfplaats van
beide ouderen liet gebruik daarvan onmogelijk toe. Men forceerde daarom het
plafond boven hen. Dat was tenslotte de kortste weg. Toen het gat groot genoeg
leek, probeerde men als eerste de heer De Jonge - met behulp van een oude
stofzuigerslang - omhoog te trekken. Hij was gekleed in zijn winterjas, die door
19