Noten: 1. In diverse publicaties is sprake van het luiden van de kerkklok aan de Zuidring te Nieuwerkerk. In Gekwelde grond (C. P. Pols, geheel herziene druk, Zierikzee 1977, p. 94) wordt huisarts E. E. Vleugels Schutter als de initiatiefnemer genoemd. Reconstructie aan de hand van het artikel zou hij omstreeks zes uur de klok hebben geluid. In het boek van Kees Slager, De Ramp (Goes, 1993, p. 117) meent gemeentewerkman Jan Folmer daartoe opdracht te hebben gekregen van de dokter. 'Toen was het al tegen zessen hoor'. Beiden hebben ongetwijfeld later het klokkentouw in handen gehad, maar als eerste dient toch iemand anders genoemd te worden. Omstreeks 6.45 uur werd het bakkersechtpaar Johan en Jo Rotte-de Jonge aan de Zuidring - door 'aanhoudend klokgelui' gewekt. Wim Kesteloo moet dus omstreeks 6.30 uur als eerste het luidalarm hebben gegeven. Daarna gaf hij het klokkentouw door aan anderen. 2. Ds. M.G. Westerhof vertelde mij destijds persoonlijk iets over zijn vroegste bezigheden in de vroe ge morgen van de Watersnood. Deze informatie blijkt achteraf ook te zijn verwerkt in De Ramp van Kees Slager (p. 151). 3. Zie uitgebreider: Mirjam Hollebrandse - artikel: De Watersnood herdacht. Visie - Magazine van de Evangelische Omroep - nr. 6 (1 t/m 7 februari 2003), p. 7 en 8. 4. Zie uitgebreider: J. van Reenen: artikel: De Watersnoodramp in Nieuwerkerk. Gezins Gids - Christelijk blad voor het gezin, 54e jaargang (23 januari 2003), p. 4 t/m 9. 5. Formeel telt Nieuwerkerk 288 Rampslachtoffers. Als zodanig staan zij ook te boek in Gekwelde grond. Recent historisch onderzoek bracht echter nog twee omgekomen pasgeborenen aan het licht. Allereerst door Kees Slager in zijn boek Hier was eens Capelle (Middelburg, 2003, p. 77 en 92). Daarin is sprake van het zoontje van het echtpaar Toon en Nellie van der Straten. Daarmee steeg alsnog het aantal tot 289. Als schrijver van bovenstaand artikel maakte ik melding van het - naamloos gebleven - tweede zoontje van het echtpaar Kees Jan en Jaantje Kleemans-van de Vrie. Omdat dit kind eveneens wordt gemist in de totaallijst van de Rampslachtoffers, blijkt het nooit te zijn aangegeven op het gemeentehuis als zijnde geboren en kort daarop overleden. Daarmee komt het uiteindelijk aantal slachtoffers op Nieuwerkerk e.o. op 290 personen. 6. Prof. Dr. Selma Leydesdorff: 'Het water en de herinnering' De Zeeuwse Watersnoodramp, Amsterdam, 1993, p. 123. Daarin is sprake van een herkenbaar fragment over de mislukte red dingspoging van mijn grootvader en diens zuster. De ondervraagde in kwestie, die onder het pseudoniem 'H' aan het woord komt, zou hebben gezegd: 'En die meneer.had - jammer genoeg - de zakken van z'n overjas volgepropt. Die jas was helemaal dik en zat nog volgepropt met sieraden ofzo, ik weet het ook niet. Dus we konden hem niet door dat gat krijgen'. Als geïnterviewde bestrijdt dhr. L. Tieleman (Haamstede) dit ooit gesuggereerd te hebben. Navraag bracht de werkelijkheid aan het licht. Drie maanden na dato werd mijn grootvader als rampslacht offer aangetroffen onder het wrakhout, nabij Café 'Even Buiten' te Oosterland. Zijn jaszakken waren echter niet volgepropt. Hooguit vond men in zijn binnenzak slechts zijn portefeuille en in de jaszakken zijn platte portemonnee (met het oog op de kerk kollekte) en een bescheiden zakje met EHBO-donaties. Als penningmeester van de plaatselijke EHBO-afdeling had hij dit geld van anderen, gewetensvol willen veiligstellen. Zijn oudste dochter heeft later dit geldbedrag overge maakt aan de burgemeester van Nieuwerkerk. Met deze noot willen wij én de geïnterviewde én het slachtoffer zuiveren van wat hen ten onrechte werd toegeschreven. 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 26