HET FOTOGEDENKBOEK 'DE RAMP' Een klein monument voor het saamhorigheidsgevoel van ons volk door Frans Beekman Inleiding Het boek 'De Ramp' is voor zeer veel Nederlanders de sterkste herinnering aan de Watersnoodramp van 1953. In bijna elk huisgezin stond in de jaren '50 en '60 dit boek in de kast. Kinderen en volwassenen keken er regelmatig in. Veel boeken zijn letterlijk stuk gebladerd. De eenzame paarden in het water op de band van 'De Ramp' vormen voor velen hét beeld van de dramatische gebeurtenissen, die begonnen in de nacht van 31 januari op 1 februari. Voor de generatie die opgroeide na de Tweede Wereld oorlog was het de eerste nationale ramp. De verkoop van het boek 'De Ramp' was één van de vele acties die toen van de grond kwam. Iedereen wilde in die dagen 'uit een innerlijke noodzaak' wat doen. En mocht je niet zelf naar het rampgebied dan kon je kinderspeelgoed ophalen, lepeltjes verkopen, de kranten van de eerste weken netjes bewaren en vooral lang naar de radio luisteren, want televisie was er nog niet. De strijd tegen het water werd al snel beschreven in oorlogstermen. Het verzet tegen de Duitse bezetting werd nu het verzet tegen de zee. Bovendien vonden de mensen elkaar en dat was bijzonder, want in het verzuilde Nederland leefden de verschillende bevolkingsgroepen sterk gescheiden. Er groeide op die manier een saamhorigheidsgevoel. Ook de koningin roerde dat aan in het voorwoord van het boek 'De Ramp': 'Het doet goed te zien hoe allerwegen eendrachtig de handen ineen worden geslagen...' Toch werden deze gevoelens later in twijfel getrokken. In de inleiding van 'Het water en de herinnering' uit 1993 schrijft Selma Leydesdorff dat de basis van de hulp ons nationaal gevoel was, waaruit de grote opofferingsgezindheid voortkwam. 'Er werd een collectief belang geschapen. En daarmee werd een begin gemaakt met een nationale herinnering volgens welk het hele volk te hulp snelde'. Het boek 'De Ramp' zou volgens Leydesdorff een deel van 'het nationale gestan daardiseerde beeld van de ramp' vormen. Even verder vervolgt zij: 'De getroffenen weten dat het om mythen gaat', die afwijken van 'een eigen, meer authentieke herinnering'. De ervaringen en de visie van de slachtoffers zijn volgens haar buiten de officiële geschiedschrijving gebleven. Deze opmerkingen houden wel kritiek in. De saamhorigheid van het Nederlandse volk in 1953 wordt een mythe genoemd, dus een overlevering waarvan de juistheid wordt betwijfeld. Deze opvatting van Leydesdorff willen we in dit artikel toetsen aan de ontstaansgeschiedenis van het boek 'De Ramp'. De vraag hierbij is of we de toenmalige saamhorigheid als een mythe moeten zien. Het idee voor één boek Op dinsdag 3 februari 1953 vergadert de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels (hierna VBBB) over zaken van algemeen vakbelang. Tijdens de bijeenkomst belt Geert Lubberhuizen, die 'het minder juist zou vinden 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 41