loos ter beschikking stelden. Erevoorzitter van dit comité was Graaf van Bylandt.
Dit boek begint met de tekst van de radiorede van H.M. de Koningin op de nationale
rouwdag 8 februari en besluit met een bedankbrief van Z.K.H. Prins Bernhard als
voorzitter van het Nationaal Rampenfonds van 31 maart 1953. Het boek is drie
talig: Nederlands, Indonesisch en Engels.
Aan de onderschriften is meer zorg besteed dan in 'De Ramp'. Veel plaatsnamen
worden genoemd. Het is ontroerend om zo kort na de onafhankelijkheid van
Indonesië bij de bekende foto van de geredde koeien bij de Nieuwe kerk in
Zierikzee te lezen: 'Terusir kesuta-satunja tempat jang masih kering jaitu gerdeja di
Zierikzee' (Bijeen gedreven op het laatste droge plekje bij de kerk van Zierikzee).
De opbrengst van 'Water' ging naar het Nationaal Rampenfonds in Nederland.
In totaal zijn naar schatting 650.000 fotoboeken verspreid.
Na de verkoop bleken er nog 10.000 exemplaren ter beschikking te zijn. De VBBB
besloot deze boeken aan te bieden aan de Nederlandse scholen in ons land en
daar buiten ter opneming in de schoolbibliotheek. Het Nationaal Rampenfonds
stemt hartelijke in en ook de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
juicht dit toe (maar draagt er financieel niet aan bij). In het archief van de VBBB
bevinden zich tientallen bedankbrieven van de directeuren van de scholen.
Een jaar na de Watersnoodramp op 31 maart 1954 gaat accountant A.J. Schaafsma
accoord met de eindafrekening. De Nederlandse en Engelse edities van 'De Ramp',
de Franse en Duitse bijlagen en de editie 'Water' brengen in totaal 2,1 miljoen
gulden op. Naast deze baten bedroegen de lasten ruim 700.000. Dat waren de
kosten van de drukkerijen voor papier, inkt en kaart, maar geen loonkosten. De
aanslag van 4% omzetbelasting over 60% van de prijs (buiten de druk- en ver
zendkosten van 40%), wordt door de VBBB 'niet elegant' genoemd. Voor 600.000
exemplaren was dat namelijk nog altijd 50.400. Het netto-overschot bedraagt
51