Het restant van boerderij 'Situé Haut', waarvan de bewoners bun vluchtroute naar de leilin den hadden voorbereid. Ervoor de overblijfselen van twee knech tswoningen Daar had men vanuit het zolderraam naar de leilinden die er voor stonden een plank gelegd en in die bomen een matras gelegd. Het kon een vluchtroute zijn. Van de meeste woningen in de polder was alleen wat puin over. Van het huis van Van een woning aan het Hennikenspad waren regenbak en schoorsteenmantel ramp- bestendig. een verdronken neef stond tussen de puinhopen de schoorsteenmantel nog over eind. Twee weckflessen met sperziebonen lagen onbeschadigd in het zand. Want er was op sommige plaatsen veel zand naar binnen gespoeld. Op de plaats waar de dirigent van de harmonie woonde, staken wat muziekinstrumenten er half bovenuit. Als het water naar boven kwam, moest je gauw weer naar de terp, die tenminste droog bleef. In april was bij heel hoog water bij het Westslop water op de Ring gekomen, maar een zandzakkendam had deze plaats weer veilig gesteld. En zo kon men hier rustig kamperen. Eten moest aangevoerd worden, water idem. Je bofte als je de beschikking had over een schoongemaakte regenbak. Gelukkig waren er herinneringen aan de tijd voor 1930, toen er nog geen water leiding en geen elektriciteit was. Was je huis aan de Ring niet te erg beschadigd aan de achterzijde, dan probeerde je er een enigszins bruikbare woning van te maken, al kon het zijn dat je bijvoorbeeld de laden van je kabinet wel open had 59

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 61