Terugkeer En ze kwamen terug, in de verwachting dat dat kon op den duur. Zodra de enig overgebleven toegangsweg enigszins begaanbaar gemaakt was kwamen zij, die hun huis in korte tijd bewoonbaar konden maken, terug naar Ouwerkerk. Een vreemd instinct dreef hen terug, vast van plan hun dorp weer op te bouwen. De achterzijde van de bouw vallige pastorie. die 31 januari 1953 werd ontruimd om afge broken en herbouwd te worden. Het gebouw kreeg een veelzijdige functie: eerst schuilplaats, magazijn onder andere voor lieslaarzen, keuken, aanlegplaats voor vissers uit Yerseke en nu voorlopig onderdak voor vier gezinnen. (Coll. Oud Ouwerkerk in documenten). De Molenweg, de enige nog bruikbare toegangsweg is droog, hoewel vol gaten; maar we komen terug. (Coll. Oud Ouwerkerk in documenten). In de pastorie werden enkele gezinnen tijdelijk onder gebracht. Noorwegen en Zweden hadden permanente woningen geschonken die geplaatst konden worden zodra de grond bouwrijp gemaakt was. Voor ieder een stukje grond Maar voor het zover was, moest iets essentieels geregeld worden. De slachtoffers moesten naar het dorp temgkeren. Enschede, de stad die Ouwerkerk en Nieuwer- kerk geadopteerd had, nam het op zich de begraafplaats in te richten. Een deel van het kerkhof werd voor de gezamenlijke slachtoffers bestemd. Ook zij, waar van het stoffelijk overschot nog niet gevonden was hadden recht op een stukje Ouwerkerkse grond. 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 70