zoveel mogelijk aan. Zij voelde er weinig voor om in Zierikzee inkopen te doen en vond dat in de eigen woonplaats voldoende winkels waren. Met de verbetering van de verkeersverbindingen en de toename van het aantal auto's op het eiland, werd het aantrekkelijker om in grote(re) plaatsen als Rotterdam en Bergen op Zoom te winkelen. Naar Goes ging men zelden en vrijwel nooit naar Middel burg. Voor allerlei andere voorzieningen, zoals die op juridisch gebied (notariaat, advocatuur), op economisch terrein (groothandel, banken) en vooral die op onder wijsgebied, bleef men toch op Zierikzee aangewezen. Afgezien van scholen voor kleuter en voor lager onderwijs, waren in 1952 in de stad te vinden: een school voor buitengewoon lager onderwijs, een ambachtsschool, een landbouwhuis- houdschool, een lagere landbouwschool, een openbare en een christelijke school voor uitgebreid lager onderwijs en tenslotte een lyceum (voortgekomen uit de in 1869 opgerichte hogere burgerschool). Voorts was er nog een muziekschool en een (Rooms-katholieke) naaischool. In het jaar vóór de Watersnoodramp volgde 30 a 40 procent van de niet meer leer plichtige kinderen op Schouwen-Duiveland geen enkele vorm van onderwijs meer. De meestal kleine lagere scholen op het platteland zagen hun leerlingen niet graag, buiten een zogenaamde zevende en achtste klas om, naar een school voor voort gezet gewoon lager onderwijs in Zierikzee gaan, zodat een dergelijke school er nooit kwam en bepaalde kinderen van verdergaand onderwijs verstoken bleven. Wat betreft inwonertal werd de stad door het platteland overheerst (in een ver houding van 1:2,4). De woonkern Zierikzee had op 31 mei 1947 (volkstelling) 6.780 inwoners. Het platteland telde 16.439 bewoners, waarvan 10.426 binnen de woon kernen en 6.013 daar buiten. Het eiland in zijn geheel had dus 23.219 inwoners. De gemeenteraad van Haamstede, op 18 augustus 1953 bijeen ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de gemeentesecretaris L.C. van der Velde (Collectie Gemeentearchief Schouu en-Duiveland. Zierikzee). 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 76