De hulp van Almelo bleef niet beperkt tot goederen. Een adoptiecomité zamelde geld in bij inwoners en bedrijven; de gemeente stuurde kantoorpersoneel, arbei ders, technici, chauffeurs, maatschappelijk werkers en gezinsverzorgers naar Zierikzee. De hulpverleners werden onder andere ingezet bij de aanleg van de ringdijk rondom de stad, de distributie van drinkwater en het herstel van de waterleiding. Tijdens de zomer van 1953 brachten 250 Zierikzeese kinderen hun vakantie door bij Almelose pleeggezinnen. Een aantal leerlingen van het Zierikzeese lyceum bleef langer in Almelo. Zij mochten er onderwijs vol gen. Tenslotte schoot Almelo te hulp bij de herbeplanting van de wallen tussen de Nobelpoort en de Noord havenpoort. De adoptie gaf in 1953 ook aanleiding tot de uitgave van een boekje, 'Noodklok over Zierikzee, Almelo wil helpen'. Aan de hand van tal van foto's werd daarin een beeld geschetst van de schade die de stormvloed had veroorzaakt. De uitgever - het Dagblad van het Oosten - hoopte dat de in woners van Almelo nog eens 'diep in de beurzen' zouden tasten. De op brengsten van de verkoop van het boekje kwamen ten bate van het Rampenfonds. De publicatie 'Noodklok over Zierikzee, Almelo wil belpeuuitgegeven door het Dagblad van bet Oosten in 1953De opbrengsten uit de verkoop van het boekje kwamen ten bate aan het Rampenfonds Toen op 6 november 1953 het gat bij Ouwerkerk werd gesloten, werd uiteraard ook het gemeentebestuur van Almelo gevraagd aanwezig te zijn. Voor klokke Jan zou die plechtige bijeenkomst verregaande gevolgen hebben. De Zierikzeese bestuurders kwamen tijdens de plaatsing van de laatste Phoenix-caisson op het idee om Jan te schenken' aan Almelo. Waarschijnlijk hebben ze het voornemen terstond aan hun collega's gemeld. Waarom Zierikzee juist een monumentale klok wilde schenken, is onduidelijk. Speelde hierin de titel van het boekje 'Noodklok over Zierikzee' een rol? Was men door de beeldspraak op het idee gekomen? Hoe het ook zij, de Zierik- zeeënaren wilden graag een duurzaam object geven, zodat de 'dankuiting van blijvende aard' zou zijn. Een klok voldeed daaraan. Bovendien, zo moet men gedacht hebben, Zierikzee kon wel een klok missen. In de Schutterszaal van het museum stonden sinds 1927 dertien kokken van het voormalige stadhuiscarillon. Ook klokke Jan werd daar tentoongesteld. Hoelang hij er al stond is niet bekend. Evenmin is de herkomst van het 35 kilo zware 88

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 90