RAMPMONUMENTEN Bruggen tussen leven en eeuwigheid door Ali Pankow-Edel Inleiding Erezaak? Ereschuld? Het levend houden van de herinnering aan de slachtoffers? Het tot in verre nageslachten afleggen van een getuigenis van de ramp? Algemeen geldende gevoelens van leed op monumentale wijze verbeelden? Waarom richten mensen rampmonumenten op? Waarom die namen van de omge komenen in steen gebeiteld? Waarom die intense zoektocht naar de ultieme vorm? Naar de ultieme plek? 'Een kunstwerk is een staat van ervaring. Het helpt ons het bestaan te dragen', schrijft Rudi Fuchs in een van zijn essays. Kunst dus kan troost bieden in zijn optiek. Is het zoeken naar troost dan het motief van de over levenden na de watersnoodramp in 1953 voor het oprichten van gedenkstenen en monumenten? Of spruit die aandrift voon uit onbestemde schuldgevoelens tegen over de slachtoffers? In een van de toespraken bij de onthulling van een gedenk teken spreekt een burgemeester over 'een symbool als dank van de overlevenden dat zij voor dit lot gespaard zijn gebleven'. Natuurlijk geldt het monument ook als uiting van medeleven met het overkomen leed. Maar wat kunnen de dieper lig gende drijfveren zijn om met concrete vormen als gedenkstenen en monumenten een macabere gebeurtenis als de watersnood-ramp te visualiseren? De indringendste uitspraken op mijn zoektocht naar het antwoord op die vraag vond ik bij de Hongaarse dissident en schrijver György Konrad. Evenals Rudi Fuchs legt hij ver band tussen schoonheid en troost. Schoonheid heeft voor hem alles te maken met de spanning tussen leven en dood, met de spanning tussen het beperkte mensen leven en de eeuwigheid. In mensen schuilt een latent verlangen verbinding te leggen met de eeuwigheid. Een mens wil iets nalaten hier op aarde. Leven heeft voor Konrad alles te maken met het scheppen van vorm. Hij schrijft er het volgende over: 'Mijn bewustzijn zit vol gevoelens en rondzwevende indrukken die wel een zekere betekenis hebben, maar die een vorm nodig hebben om uitgedrukt te worden. Het is een verzet tegen de dood die er voor je was en die er na je zal zijn. De dood is vormloos. De vorm verdwijnt voor eeuwig zodra je sterft. Slechts elementaire materie blijft over. Maar leven wil zeggen: vorm scheppen. En dat is wat de mens enigszins heeft vrij gemaakt in dit universum, dat hij geleerd heeft om zijn omgeving vorm te geven.' Vorm dus als menselijk verweer tegen de vernietigende kracht van de stormvloed die zoveel waardevolle vormen verzwolg? Verweer in de vorm van stenen met namen en monumenten vol symbolen als brug tussen leven en eeuwigheid? Erezaak 'Een erezaak van de gehele bevolking om de herinnering aan de verschrikkelijke ramp van 1 februari 1953 levend te houden'. Die omschrijving geldt als mentale stimulans voor de bewoners van Dreischor een ruimhartige bijdrage te leveren aan de collecte die vanaf zaterdag 31 oktober 1953 wordt gehouden. Dreischor is daarmee de eerste gemeente op Schouwen-Duiveland die een initiatief tot oprichting van een rampmonument ontplooit. 127

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 129