EEN RAMPZALIGE FEBRUARI-ZONDAG IN NlEUWERKERK door drs. Adriaan J. Rotte Echo's uit een recent verleden In de geschiedenis van Zuidwest-Nederland staat 1 februari 1953 geboekstaafd als een rampzalige zondag. Nieuwerkerk heeft de twijfelachtige eer het zwaarst getroffen dorp in Zeeland te zijn. Een zesde deel van de inwoners verloor tijdens de Watersnood het leven. Velen overleefden op daken en vlotten de Ramp. Het merendeel zocht echter zijn heil op de hoger gelegen dorpsterp. Op dat moment realiseerde waarschijnlijk niemand zich, dat die terp al sinds eeuwen hét continue antwoord is op de dreiging van de zee. Hoe velen daarop al eerder het vege lijf wisten te redden, daarover zijn we niet ingelicht. Des te meer over wat zich op die bloedstollende zondag heeft afgespeeld. Hoog rijmt op droog! Zelf was ik nog geen drie jaar jong, toen de dijken braken. Dankzij de informatie van mijn ouders en een aantal dorpsgenoten, volgt nu een compilatie van herinneringen aan die veelbewogen dag. Het zijn echo's uit een recent verleden. Zij geven een overzicht van wat er van uur tot uur zich heeft afgespeeld. Zij zijn een vervolg op gebeurtenissen van vóór mensenheugenis. Zonder die eigentijdse ervaringen, zou men er nauwelijks bij stil staan nota bene onder de zeespiegel te leven! Inmiddels lijkt ons 'eiland' er veiliger bij te liggen dan ooit. Toch besef ik dat er nu een andere worsteling gaande is. Zoals onze regio voortdurend op het water moet worden bevochten, niet minder ook de herinneringen aan ons overleven op de dreiging van vanzelfsprekendheid en vergetelheid. Een extra drukke dag Zaterdag 31 januari was voor mijn ouders -Johan Rotte enjo Rotte-de Jonge - een extra drukke dag. In de bakkerij moest er immers voor twee dagen tegelijk brood worden gebakken. De wekker ging dan ook heel vroeg voor vader. Bovendien bestond de winkelsluitingswet nog niet. Na de laatste klant - die steevast voor 'n pond pelpinda's langs kwam - ging even na tienen de winkeldeur op slot. De granieten winkelvloer moest nog worden geschrobd en gedweild. Half elf was er dan eindelijk rust. Er werd nog even wat ingeschonken en nagepraat. Buiten woedde een zware noordwesterstorm. Moeder was in de winkel druk in de weer geweest. Geassisteerd door haar dienstmeisje Janna Hoogerland. Zij vertelde hoe Janna haar had gevraagd of de kleine Adri - schrijver dezes - voor 'n nachtje met haar mee mocht. Dat was al eerder gebeurd. Blijkbaar waardeerde ik zo'n logeer partijtje als peuter. Vanwege het ontstuimige weer hield moeder mij ditmaal toch liever thuis. Moe maar voldaan ging men even later naar bed. De terugkeer van passerende bezoekers aan de uitvoering van de mandoline- en mondharmonica club 'Hier 's ek weer', ontging hen dan ook. Morgen zou het zondag zijn. Dan wilde men tijdig gereed zijn voor de kerkgang. Ditmaal zou er een kandidaat komen preken. Kandidaat W.A. Jelsma uit Amsterdam. De Gereformeerde kerk - aan de 'Straetpad' (Provinciale Straatweg, thans de Ooststraat) - was immers vacant. Al vroeg getuige van naderend onheil Smid Jan Kesteloo - die op 'd' Oagte' (thans: boven aan de Ooststraat,) woonde - werd in de vroege morgen letterlijk door één van de boeren uit de Vierbannen- 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2003 | | pagina 7