De deken van de vismarkt stelde de viswijven aan. Er was slechts één beperking.
Zij moesten de 'gereformeerde religie' aanhangen. Pas in 1787 werden vier
rooms-katholieke viswijven toegelaten op de vismarkt. Johanna van Oijen en
Dirkje Zoutmans beten de spits af.20
Jaarlijks werd de afslag door de stad aan de hoogstbiedende verpacht. De stads
bestuurders namen deze gelegenheid te baat om met elkaar op stadskosten een
maaltijd te houden. Vanuit bezuinigingsoverwegingen werd in 1701 dit etentje
geschrapt. Na een borgstelling, eedsaflegging en betaling van de pachtsom mocht
de pachter zelf aan het werk of stelde hij een vervanger aan die voor hem de
werkzaamheden verrichtte. De jaarlijkse pachtprijs varieerde sterk. De hoogte
werd hoogstwaarschijnlijk gerelateerd aan de hoeveelheden vis die in het vorige
jaar waren afgeslagen. In 1681 verantwoordde de thesaurier in de stadsrekening
voor de grote afslag op de haven 2313 gulden en voor de afslag bij de vismarkt
78 gulden. In 1700 ging het om 1719 en 65 gulden.21
Over het algemeen was het pachten van de afslag een lucratieve bezigheid.
Slechts in oorlogstijd liep de pachter een financieel risico. De visaanvoer kon dan
teruglopen, waardoor hij minder verdiende. Tijdens de Eerste Engelse Zeeoorlog
(1652-1654) werden 49 Zierikzeese hoekers naar Engelse havens opgebracht.
Andere durfden niet uit te varen. De vishandel stortte tijdelijk in. De pachter van
de grote afslag (Kiemenhoucke) vroeg toen tevergeefs het stadsbestuur om terug
gave van een zesde deel van de pachtsom. Enkele jaren later hielden de bestuur
ders opnieuw voet bij stuk. De Staten-Generaal verboden tijdens de Tweede
Engelse Zeeoorlog (1665-1667) alle zeevisserij. Ondanks zijn inkomstenderving
hoefde de pachter van de grote afslag niet op een financiële tegemoetkoming
van de stad te rekenen.22
Regelgeving
Talloze regelingen werden in de loop der jaren gemaakt om de visafslag en vis-
verkoop in geordende banen te leiden. De uitvoerigste dateert uit 1763- Ruim 63
artikelen waren nodig om onder andere de kwaliteitseisen, biedings- en be
talingsprocedures, aan- en afvoer, verdeling van het aanbod over de gegadigden
en de procedures rond geschillen onder woorden te brengen. Ook
Brouwershaven en Veere kenden zulke uitgebreide verordeningen.23
Het was steeds het stadsbestuur dat op verzoek van aanbieders of afnemers
maatregelen nam die een eerlijke afslag moesten waarborgen. De belangrijkste
artikelen betroffen het keuren van de vis voor het begin van de afslag, hoe om te
gaan met afgekeurde vis, de rechten, plichten en salariëring van de pachter, de
deken en de afslager, de registratie van de kopers, de methode van afslaan en
hoe om te gaan met schepen die gelijktijdig arriveerden en hun vangst wilden
laten afslaan. De voortdurende aanvullingen en wijzigingen leidden ertoe dat
belanghebbenden veelvuldig de voorschriften op hun eigen wijze interpreteer
den. Het stadsbestuur publiceerde dan weer een nieuwe, nadere, verbeterde of
uitgebreide ordonnantie op de vismarkt. Overtreders werden voor de schepen
bank gedaagd en konden rekenen op hoge geldboeten.24
Net als in veel andere vissersplaatsen bleef in Zierikzee de afslag op zondag een
heikel punt. Door de afslag van de vis liep de handhaving van de zondagsrust
gevaar. Kerkenraad en predikanten maakten keer op keer bezwaar tegen deze
inbreuk op de zondagsheiliging. Het laden en lossen van de schepen met verse
vis voor, tijdens en kort na de ochtendpreek was hen een doorn in het oog.
12