Op 4 mei 1807 ontving de Raad van Zierikzee een missive van de Commissie van Landbouw in het Departement Zeeland waarin deze eisen kenbaar werden gemaakt. De kosten van de reis naar Frankrijk zouden heen en terug vergoed worden, bovendien werden de leerlingen geheel of gedeeltelijk voor rekening van het gouvernement onderwezen en onderhouden. Het ruim bemeten studie- loon bedroeg 800 francs per jaar, het dubbele van wat de Franse leerlingen kre gen. Op 18 mei 1807 maakte het stadsbestuur dit bekend in de Zierikzeesche Courant. Dingeman was in die dagen nog in de leer bij de stadschirurgijn. Begin maart 1808 lag er een schrijven van de Minister van Binnenlandse Zaken op de stoep van de familie Van der Vliet waarin ter kennis werd gebracht dat Zijne Majesteit Dingeman en vier andere Hollanders had benoemd om zich voor drie jaar naar de veeartsenijschool te Alfort te begeven, zij moesten zich vóór 20 maart bij de ambassadeur in Parijs melden. Hoewel Dingeman niet voldeed aan alle cri teria, hij was tenslotte pas 16 jaar, werd hij toch verkozen; mogelijk speelde zijn goede beheersing van de Franse taal en zijn medische ervaring een rol. Verder wordt in alle officiële geschriften vermeld, dat Dingeman van der Vliet, woonach tig te Zierikzee, veel aanleg heeft tot de chirurgie en ziektekunde en wegens bekwaamheid en goed gedrag een zeer gunstige attestatie van de Raad van de Stad Zierikzee heeft. Het lukte me overigens niet dit oordeel van de raad in de archieven te verifiëren. Natuurlijk doet zich hier de vraag voor of vader Jan heeft gelobbyd, maar dit wordt uiteraard niet in de notulen vermeld. Waarom Dingeman deze studie koos is evenmin duidelijk, mogelijk het hoge studieloon, het avontuur en het aanzien? Dingeman voltooide zijn studie in 1811 en vestigde zich in Zierikzee. De brieven Over de periode 1802-1816 bestaat een uitvoerige, bewaard gebleven correspon dentie. Dingeman begon op tienjarige leeftijd vanuit Oirschot brieven te schrijven aan zijn ouders. In totaal schreef hij hen 37 brieven waarvan 34 vanuit Parijs. Hierin worden de reis, de school, de opleiding en het studentenleven in Parijs beschreven. Afgezien hiervan heeft hij in een latere periode veel gecorrespon deerd met vrienden, professoren, autoriteiten en zakelijke relaties. Deze laatste brieven zijn overwegend in het Frans. Hij was kennelijk een zeer methodisch man, want alle uitgaande brieven werden gekopieerd en samengevoegd in een katern. Tevens zijn er gedeelten van een Franstalig collegedictaat over de chirur gie van het paard. Ook brieven die aan hem geschreven werden, zijn voor een deel bewaard geble ven. Hieronder bevinden zich ook liefdesbrieven van zijn aanstaande echtgenote, Maria van de Polder. Samen met de officiële stukken, zoals getuigschriften, benoemingen en krantenartikelen is dit een totaal van 94 stukken. Deze documenten bleven bewaard door de nalatenschap van zijn kleinzoon Marius van der Vliet, in leven veearts te Kruiningen, een jongere broer van bur gemeester Dingeman van der Vliet. Er wordt een doorsnee gegeven van een zeer woelige periode in de vaderlandse geschiedenis, waarbij de nadruk ligt op de veeartsenijkunde in statu nascendi, maar tegelijkertijd wordt inzicht gegeven in de Zierikzeese geschiedenis, dit alles gezien door de ogen van een adolescent in het begin van de 19e eeuw. De spelling in de brieven is niet uniform, het gebruik van hoofdletters is niet altijd duidelijk. Het is opvallend dat geen van de Nederlandse scribenten dezelf- 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2004 | | pagina 23